13
Leeftijd basisnorm toeslag
t.o.v
totaal
verschil
Jwg- loon
21 jaar f.904,12
22 jaar f.904,12
23 jaar f.904,12
f. 0,00( 0%) f. 904,12 f.169,65 -/-
f.180,82(10%) f.1.084,94 f.140,05 -/-
f.361,65(20%) f.1.265,77 f.134,31 -/-
4.6 Anti-cumulatie bepalingen
Het mag vanzelfsprekend niet zo zijn, dat een belanghebbende als
gevolg van een cumulatie van verlagingen een uitkering ontvangt,
die niet langer toereikend kan worden geacht om in de noodzakelijke
kosten van het bestaan te kunnen voorzien.
Om dit te voorkomen kan een anti-cumulatie bepaling in de verorde-
ning worden opgenomen. In een dergelijke bepaling worden
opgenomen, dat de maximale verlaging 25% van het netto minimumloon
mag bedragen ten opzichte van de basisnorm zoals deze in artikel 30
van de wet is vastgesteld.
Een dergelijke bepaling heeft geen invloed op de hoogte van de uit
kering als gevolg van de verrekening van inkomsten of de effecten
van sancties.
4.7 Individualiseringsprincipe
Een van de belangrijke kenmerken van de (n)Abw is de afstemming van
de bijstand op de feitelijke behoefte in het individuele geval.
Artikel 13 van de nABW beoogt in het eerste en tweed lid aan het
genoemde beginsel opnieuw inhoud te geven:
"1. Burgemeester en wethouders stemmen de bijstand en de daar-
aan verbonden verplichtingen af op de omstandighedenmoge-
lijkheden en middelen van de betrokken persoon.
2. Ten aanzien van de personen die een gezin vormen stemmen
burgemeester en wethouders de bijstand en de daaraan verbonden
verplichtingen af op de omstandigheden, mogelijkheden en
middelen van het gezin."
De keuze voor forfaitair toeslagen en kortingen impliceert, dat in
mindere mate afstemming kan plaatsvinden op de individuele omstan
digheden van de belanghebbenden. In zeer bijzondere omstandigheden
kan er aanleiding zijn om af te wijken van de in de verordening
opgenomen toeslagen en kortingen en toepassing te geven aan het
individualiserings-principe