In zijn reactie op Tuskenspul toonde het Overlegplatform begrip voor de
kritiek voorzover deze betrekking had op het gebrek aan bestuurlijke
slagkracht, nodig voor in ieder geval de economische ontwikkeling van
Leeuwarden en omgeving. Onderkend werd dat in een veel hoger tempo een
aanzienlijke versterking van de samenwerking moet worden bereikt.
Vervolgens werd besloten tot een onderzoek, waarvoor de opdracht aan
KPMG/BEA door het Overlegplatform als volgt werd geformuleerd: geef
invulling aan een aanzienlijke, minder vrijblijvendeversterking van de
samenwerkingsstructuur van het Stadsgewest.
Voor het onderzoek werd een begeleidingscommissie ingesteld met als
voorzitter burgemeester Dijkstra van Boarnsterhim. Het onderzoeksresultaat
ligt nu voor.
Intentie van het onderzoek
Direct al, in de reactie op Tuskenspul, heeft het Overlegplatform voor
zichzelf aan het onderzoek een resultaatsverplichting gekoppeld. Dat wil
zeggen: zonder aanzienlijke versterking van de samenwerkingsstructuur is er
onvoldoende basis voor voortzetting van het Stadsgewest, in de huidige
vorm. Onze vertegenwoordigers in het Overlegplatform zijn er met elkaar van
overtuigd dat alleen met een aanzienlijke vergroting van de bestuurlijke
slagkracht van het Stadsgewest een positieve bijdrage kan worden geleverd
aan ruimtelijke-economische ontwikkeling van Leeuwarden en omgeving.
In het onderzoek is dit uitgangspunt in hoofdzaak vertaald naar het thema
bedrijvigheid en werk.
Conclusies van het onderzoek
De huidige samenwerking is gericht op het op de schaal van het Stadsgewest
organiseren van alle (dagelijkse) functionele relatiesdoor middel van
codrdineren, stimuleren en initidren.
De analyse in het rapport leidt tot het formuleren van een veel scherper
geformuleerde centrale doelstelling voor het Stadsgewest: het credren van
voorwaarden voor meer bedrijvigheid en werk.
Vervolgens zijn algemeen-bestuurlijke criteria en randvoorwaarden voor de
nieuwe samenwerkingsstructuur afgeleid. Uit een spectrum van bestuurlijk-
organisatorische inrichtingsopties is tenslotte voor vier beleidsterreinen
een keuze gemaakt, afhankelijk van de aard van de samenwerkingsproblema-
tiek.
De in overleg met de begeleidingscommissie gekozen beleidsterreinen zijn:
werkgelegenheidsbeleid en ruimtelijk-economische ontwikkeling;
woningbouw;
toerisme en recreatie;
infrastructuur
Het totaalbeeld van de in het rapport voorgestelde samenwerkingsstructuur
ziet er als volgt uit:
- het (huidige) Overlegplatform voor bestuurlijk-beleidsmatig overleg en
afstemming;
een Ontwikkelings-NV met als kerntaak het ontwikkelen, marketen, beheer
en uitgeven van bedrijfsterrein;
- Proiectbureau's voor het realiseren van uitvoeringsprogramma's voor
woningbouw, recreatie en toerisme en infrastructuur (eventueel later uit
te bouwen naar de Ontwikkelings-NV)
2