Beoordeling van het onderzoeksresultaat
Op initiatief van het Overlegplatform hebben wij op 29 augustus jl. in het
stadhuis van Leeuwarden gezamenlijk overleg over het rapport gevoerd. De
bijeenkomst werd voorgezeten door burgemeester Dijkstra van Boarnsterhim.
In het overleg speelden twee zaken rond het rapport sterk door elkaar heen:
- het oordeel over de inhoud van het rapport;
de context van de bestuurlijke vernieuwing.
Zoals gezegd vormt de discussie over het project bestuurlijke vernieuwing
in Friesland de directe aanleiding voor het onderzoek. Tegen die achter-
grond werd de onderzoeksopdracht door het Overlegplatform expliciet beperkt
tot de vraagstelling inzake versterking van de eigen organisatiestructuur
Uit het gezamenlijk overleg hebben wij de conclusie getrokken dat een
basis-oordeel over de voorstellen van het rapport op dit moment en gelijk-
tijdig in alle gemeenten slechts mogelijk is, als de integrale context van
de bestuurlijke vernieuwing buiten beschouwing wordt gelaten.
Dan nu ons oordeel op hoofdlijnen over het rapport.
De analyse in het rapport bevat feitelijke constateringen over werkloos-
heid, uitgifte bedrijventerreinen en bevolkingsontwikkelingen. Op de
oorzaak van die ontwikkelingen wordt niet ingegaan. Wij onderschrijven
echter de conclusie dat zich bij deze aspecten onevenwichtige ontwikkelin
gen hebben voorgedaan en dat in ieder geval ten aanzien van die aspecten de
structuur van het stadsgewest versterkt moet worden. De geformuleerde
centrale doelstelling "het cregren van voorwaarden voor meer bedrijvigheid
en werk" sluit hierop aan.
In het rapport wordt aangegeven dat die versterking plaats moet vinden in
de sectoren werkgelegenheidsbeleid en ruimtelijk-economische ontwikkeling,
woningbouw, toerisme en recreatie en infrastructuurMet het aanwijzen van
ieder geval deze beleidssectoren zijn wij het eens
Wij onderschrijven de constatering in het rapport dat in de samenwerkings-
structuur voldoende garanties moeten worden ingebouwd voor de daadwerkelij-
ke uitvoering van afgesproken beleid.
Dit houdt in dat het Stadsgewest meer op zakelijke grondslag wordt ge-
stoeld.
Voor de sector werkgelegenheid en ruimteliik-economische ontwikkeling wordt
in het rapport de conclusie getrokken dat op een Ontwikkelings-NV moet
worden afgekoerst. Een jaar geleden was alleen de geachte daaraan nog
onbespreekbaar. Dat in het rapport nu toch overduidelijk voor deze aanpak
wordt gekozen, komt voort uit het gegroeide besef dat er dringend verster
king aan bestuurlijke slagkracht nodig is met het oog op de werkgelegen-
heidsontwikkeling in de regio. Daar zitten twee kanten aan: behoud en
versterking van de werkgelegenheidspositie van Leeuwarden en omstreken voor
geheel Friesland, terugdringing van de hoge werkloosheid in onze regio.
Wij voelen ons gezamenlijk verantwoordelijk voor deze opgave. De problema-
tiek rechtvaardigt een keuze voor een niet-vrijblijvende samenwerking in
deze beleidssectorConcreet willen wij ons inzetten om het model van een
Ontwikkelings-NV uit te werken tot een in het Stadsgewest werkbare con-
structie. In de uitwerking zullen de kanttekeningen die al in het gezamen
lijk B. en W.-overleg naar voren zijn gebracht uiteraard moeten worden
meegenomen.
3