Het college is van mening dat de kosten van afvalverwijdering structu- reel moeten worden afgedekt en dat dat bij voorkeur dient te gebeuren vanuit de daarmee verbonden heffingen. Met gebruikmaking van de reserve kan in een aantal stappen het tarief kostendekkend worden gemaakt. Tegelijkertijd willen wij 1996 benutten om vast te stellen wat het gewenste niveau van dienstverlening moet zijn. Gezien de stijging van de verwerkingskosten i.v.m. het overstappen op het verbranden, wat in 1996 nog maar voor de helft doorwerkt raaar in latere jaren volledig, plus jaarlijkse prijsstijgingen, is het niet realistisch te verwachten dat de kosten zullen terugkeren naar het ni veau van 1995 en is het evenmin realistisch de tarieven van 1995 als uitgangspunt te blijven hanteren. Wij stellen voor de tarieven in 1996 met 3% te verhogen als eerste stap naar opnieuw kostendekkende tarieven. Het komende jaar kan dan worden benut om vast te stellen wat het gewenste niveau van dienstver lening moet zijn. De uitkomst ervan zal dan als basis kunnen dienen voor de verdere tariefsaanpassingen waarmee dan de tarieven uiterlijk in 1998 weer op een kostendekkend niveau moeten komen. Bij onveranderd beleid dient er rekening mee te worden gehouden dat de tarieven in 1997 en 1998 dan ook met 3% zullen moeten worden verhoogd. Bij een verhoging van 3% komen de tarieven er voor het jaar 1996 als volgt uit te zien: 19953%1996 Afvalstoffenheffing - meerpersoonshuishoudingen 456 f 470 - eenpersoonshuishouding 367 378 Reinigingsrechten: - per duobak 642 661 (incl.BTW) (incl.BTW) Indien de tarieven door u als bovenstaand worden vastgesteld is een bijdrage uit de reserve afvalstoffenheffing nodig van pirn. 100.000. In deze reserve zit per 1 januari a.s. een bedrag van ruim 240.000. De meerderheid van het college stelt u voor overeenkomstig het boven- staande te besluiten. Een minderheid (wethouder S. Jansma) stelt u voor de verhoging te be- perken tot 2,8%, zijnde de inflatiecorrectie waarvan enige tijd gele- den redelijkerwijs vanuit kon worden gegaan. Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel de secretaris, de burgemeester, J.J. KINGMA MR. C. BIJL

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1995 | | pagina 41