bezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of
in onderhoud zijn.
Artikel 11 Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten be-
hoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezit
tingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief
1 De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, op-
genomen in de hoofdstukken van de bij deze verordening behorende
tarieventabel
2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in
de tarieventabel genoemde eenheid als een voile eenheid aange-
merkt
Artikel 13 Belastingjaar
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het be-
lastingjaar gelijk aan het kalenderjaar
Artikel 14 Wiize van heffing
1 De rechten bedoeld in hoofdstuk 1 en 2 van de tarieventabel
worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per
belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
Artikel 15Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar
tiidsgelang voor de iaarlijks verschuldigde rechten.
1 De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn ver-
schuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later
is, bij de aanvraag van de belastingplicht.
2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingj aar aan-
vangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeel-
ten van de voor dat jaar verschuldigde rechten, na de aanvang
van de belastingplicht, nog voile kalendermaanden overblijven.
3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingj aar ein-
digt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde ge-
deelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat
jaar, na het einde van de belastingplicht, nog voile kalender
maanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder
bedraagt dan 20,--.
4 Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de be-
lastingplichtige binnen de gemeente verhuist.
5 Belastingbijdragen van minder dan 20,-- worden niet geheven.
Artikel 16 Termiin van betaling.
De aanslagen moeten worden betaald in vier gelijk termijnen waarvan de
eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die
in de dagtekening van de aanslagbiljet is vermeld en elk van de vol-
gende termijnen telkens twee maanden later.
Artikel 17Machtiging tot overdracht van bevoegdheden.
Het college van burgemeester en wethouders kan een of meer gemeen-
teambtenaren aanwijzen, die in zijn plaats treden met betrekking tot
de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing en
de invordering van de reinigingsheffingen