Het beleid dat gemeenten wilden gaan voeren inzake het verstrekken van
premies dienden zij vast te leggen. Tot 1 januari 1996 zijn gemeenten vrij
in de keuze van de wijze waarop zij hun beleidsvaststelling vormgeven:
beleidsnota, richtlijn of verordening.
Vanaf 1 januari 1996 zijn gemeenten verplicht op grond van de nieuwe
Algemene bijstandswet om voor dit onderdeel een verordening vast te
stellen. Hiermee wordt de rechtszekerheid van de uitkeringsgerechtigden
gewaarborgd en door de openbare behandeling door de gemeenteraad wordt het
gemeentelijk beleid ter zake voldoende kenbaar gemaakt voor de burgers.
2Premies
De volgende premies kunnen worden onderscheiden:
a. premies deeltijdarbeid;
b. uitstroompremies
c. scholingspremies
d. activiteitenpremies
e. overige premies.
Ad a. Premies deeltiidarbeid
Het algemene uitgangspunt is dat een ieder middels arbeid verplicht is om
in zijn/haar eigen levensonderhoud te voorzien. Een premie verstrekken aan
iemand die zijn/haar verplichtingen nakomt is niet zinvol. Principieel is
daarom gekozen alleen een premie te verstrekken aan uitkeringsgerechtigden
die niet arbeidsplichtig zijn, danwel extra inspanningen moeten leveren om
betaalde arbeid te aanvaarden resp. uit te voeren.
Alleenstaande ouders met kinderen jonger dan 12 jaar.
In de nABW is geregeld, dat alleenstaande ouders met kinderen jonger
dan 5 jaar geen arbeidsverplichting krijgen opgelegd.
Van hen wordt niet verwacht, dat zij zich gaan presenteren op de
arbeidsmarkt en passende arbeid aanvaarden.
Aanvaardt men toch deeltijdarbeiddan verdient dat een premie.
Nieuw in de nABW is, dat ook alleenstaande ouders met kinderen tussen
de 5 en 12 jaar zich moeten presenteren op de arbeidsmarkt en ver
plicht zijn passende arbeid te aanvaarden.
Daar het voor deze groep mensen erg moeilijk is zich een plek op de
arbeidsmarkt te verwerven en men bij het hebben van een betaalde baan
de nodige inspanningen moet leveren om het werken mogelijk te maken
(regelen van oppas voor kinderen etc.) is een premie o.i. op zijn
plaats
Werklozen van 57,5 jaar en ouder.
Aan deze groep is categoriaal ontheffing verleend van de arbeidsver
plichting. Zij hoeven niet ingeschreven te staan bij het arbeidsbu-
reau. Aanvaardt men desondanks toch een part-timebaan, dan mag daar
een premie tegenover staan.
Naast bovengenoemde groepen zijn er kansarme uitkeringsgerechtigden die
zeer weinig mogelijkheden hebben voor volledige herintreding op de arbeids
markt
3