Volledig arbeidsongeschikten.
Hiermee wordt bedoeld de uitkeringsgerechtigden die sociale, psychi-
scheculturele of medische belemmeringen hebben, waardoor zij niet in
staat zijn door het verrichten van arbeid in hun levensonderhoud te
voorzien.
De sociale, psychische of culturele belemmering dient vastgesteld te
worden door een maatschappelijk werker of bijstandsmaatschappelijk
werker. De medische belemmering dient vastgesteld te worden door een
medisch deskundige
Recht op een premie bestaat alleen voor uitkeringsgerechtigden die volledig
en blijvend arbeidsongeschikt zijn en geen recht op een AAW/WAO-uitkering
hebben. Ten aanzien van deze groep dient periodiek een herkeuring plaats te
vinden naar analogie van de WAO-herkeuringen bij de bedrijfsverenigingen,
te weten: 1 jaar na de eerste vaststelling en daarna om de 5 jaar.
Hoogte van de premie.
De premie bedraagt 25% van de inkomsten voor zolang het wettelijk maximum
als vastgesteld in artikel 43, tweede lid, onder i nABW, niet wordt
overschreden. Na indexering is met ingang van 01-01-1995 het wettelijke
maximum 3.240,-- respectievelijk 270,-- per maand. Om te voorkomen dat
men in een zeer korte periode het jaarlijkse maximum heeft bereikt, wordt
om praktische redenen voorgesteld de premie per kalendermaa.nd te beperken
tot 1/12-deel van het jaarlijkse wettelijke maximum.
Het wettelijke maximum mag niet worden overschreden in een tijdvak van een
jaar, beginnend op de eerste dag van de maand waarin de inkomsten worden
verkregen
Ad b. Uitstroompremies
Voor bepaalde doelgroepen kan een premie worden verstrekt bij het aanvaar-
den van arbeid. Aan het verstrekken van de premie kunnen specifieke
voorwaarden worden gekoppeld met betrekking tot bijvoorbeeld perspectief of
duur van het dienstverbandDe hoogte van de premie kan worden gekoppeld
aan de uitkeringsduur of aantal gewerkte maanden.
Daar in eerste instantie al een principiele keuze is gemaakt geen premie te
verstrekken aan uitkeringsgerechtigden die hun arbeidsverplichtingen
nakomen -zie ad a- wordt voorgesteld geen uitstroompremies bij aanvaarden
van arbeid te verstrekken.
Ad c. Scholingspremies
Voor bepaalde doelgroepen kan een premie worden verstrekt voor het voltooi-
en van een scholing of opleiding die noodzakelijk wordt geacht voor de
inschakeling in arbeid.
Daar voor scholing en opleidingen al veel faciliteiten (vergoedingen/subsi-
dies en studiekostenregelingen/vrijstelling van sollicitatie/studeren met
behoud van uitkering enzaanwezig zijn, is het niet reeel daarnaast nog
eens een premie te geven. De uitkeringsgerechtigde kan meestal gratis de
scholing of opleiding volgen omdat de kosten daarvan worden gedragen door
arbeidsvoorziening of bijzondere bijstand.
Ad d. Activiteitenpremies
Hierbij gaat het om premies die verstrekt kunnen worden aan uitkeringsge
rechtigden die een dermate grote achterstand met betrekking tot hun kansen
op herintreding op de arbeidsmarkt hebben opgelopen, dat het verrichten van
maatschappelijk nuttige en zinvolle activiteiten als eerste fase van de weg
terug wordt beschouwd.
4