- in de nAbw is de mogelijkheid geopend om bij de verstrekking van bijzon- dere bijstand de vorm van de krediethypotheek te kiezen. In tegenstel- ling tot de huidige bijstandswet kan dus krediethypotheek als bijstands - vorm gehanteerd worden in situaties dat er alleen sprake is van bijzon- dere bijstand, de combinatie met algemene bijstand als verplichting is dan ook in de nAbw verdwenen; - alle toeslagen onder de huidige bijstandswet zijn onder de nAbw bijzon- dere bijstand en behoren dan ook tot het gemeentelijk beleidsveld; - toeslagen verstrekt onder de huidige bijstandswet dienen na het van kracht worden van de nAbw te worden beeindigd dan wel te worden voortge- zet als bijzondere bijstand. De eerder geformuleerde uitgangspunten blijven onverkort van toepassing: - bij het verlenen van bijzondere bijstand blijft het uitgangspunt dat de verstrekking niet strijdig mag zijn met het rijksinkomensbeleid; - bij het verlenen van bijzondere bijstand blijft ook in de nAbw als uit gangspunt gelden de bijzondere situatie waarin de persoon (belanghebben- de) is komen te verkeren; - de bijzondere bijstand in het kader van de nAbw mag evenals in de huidi ge bijstandswet het beleid wat gevoerd wordt bij voorliggende voorzie- ning niet doorkruisen (onder voorliggende voorziening wordt verstaan: elke voorziening buiten deze wet waarop persoon of het gezin aanspraak kan maken, dan wel een beroep kan doen ter verwerving van middelen of ter bekostiging van uitgaven) - in de nAbw dient bij het bepalen van de draagkracht het vrij te laten bescheiden vermogen buiten beschouwing te worden gelaten (het betreft hier geen verandering ten opzichte van de rekenregels van het Bin) In de diverse hoofdstukken zal aan de hiervoor genoemde onderwerpen aan- dacht worden geschonken. Ten aanzien van de procedure wordt het volgende opgemerkt. In Afdeling 2 van de nAbw worden burgemeester en wethouders bevoegd verklaard te oordelen over aanvragen om bijzondere bijstand. Zij stellen de draagkracht vast op grond van de aanwezige middelen (inkomen en vermogen) en zijn bevoegd al dan niet het drempelbedrag voor bijzondere kosten te hanteren. In het kader van de nAbw is aan de raad, ter zake van het te voeren beleid, een belang- rijke rol toegekend, bijvoorbeeld de bevoegdheid tot het vaststellen van de verordening gemeentelijke toeslagen en kortingenbeleid en het vaststellen van het beleidsplan. In dit licht bezien verdient het aanbeveling dat in ieder geval de hoofdlijnen van het beleid inzake de bijzondere bijstand ook door de gemeenteraad worden vastgesteld. Het uitwerken van de hoofdlijnen van het beleid behoort daarmee tot de bevoegdheid van burgemeester en wethouders en een en ander dient uit te monden in een verstrekkingenboek bijzondere bijstand. In dit boek worden een aantal specifieke kostensoorten benoemd en wordt aangegeven of en op weIke wijze die kosten kunnen worden vertaald in uitkering. Voor een aantal specifieke vormen van bijzondere bijstand hebben wij echter gemeend een uitzondering te moeten maken en wel die vormen die expliciet in de wet zijn genoemd. Deze vormen van bijstand zijn genoemd in hoofdstuk III van de nota. De werkgroep bijzondere bijstand heeft een concept voor het bijzondere bijstandsbeleid opgesteld en vervolgens aangeboden aan de stuurgroep. De stuurgroep is tot de conclusie gekomen dat het door de werkgroep opge- stelde concept ongewijzigd kon worden vastgesteld. Vervolgens is het concept aangeboden aan de colleges van burgemeester en wethouders 2

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1996 | | pagina 30