De voorwaarden van het tweede lid zijn:
a. de bijstand moet over de periode van een jaar, te rekenen vanaf de
eerste dag waarover bijstand wordt verleend, naar verwachting meer
bedragen dan de hoogte van het netto minimumloon (1 x de maanduit-
kering inclusief vakantietoeslag voor gehuwden)
b. rekening moet worden gehouden met de extra vermogensvrijlating voor
het vermogen dat is gebonden in de zelfbewoonde woning met bijbeho-
rend erf.
Overweging
Er is geen aanleiding om bij het verstrekken van bijzondere bijstand uit te
gaan van een andere vermogensvrijlating dan die geldt voor het verstrekken
van algemene bijstand. De bepalingen die gelden voor de algemene bijstand
gelden derhalve evenzeer voor de bijzondere bijstand. Hoewel verwacht mag
worden dat het in de praktijk niet of nauwelijks zal voorkomen dat deze
vorm van verstrekking moet worden gehanteerd, betekent het wel een verrui-
ming van de thans bestaande mogelijkheden
Beleid
De bijzondere bijstand wordt verstrekt in de vorm van een geldlening onder
verband van hypotheek, indien wordt voldaan aan de voorwaarden als genoemd
in artikel 20 lid 2 nAbw en met toepassing van het Besluit krediethypotheek
bijstand (Staatsblad 204, 12 april 1995).
b. Verstrekking als geldlening.
Artikel 21 nAbw luidt:
"Bijzondere bijstand voor de kosten van noodzakelijke gebruiksgoederen
kan worden verleend in de vorm van een geldlening of borgtocht, dan wel
in een bedrag om niet"
Artikel 24 geeft aan wanneer de bijstand nog meer kan worden verleend in de
vorm van een geldlening of borgtocht, namelijk indien:
a. redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de belanghebbende op korte
termijn over voldoende middelen zal beschikken om over de betreffen-
de periode in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien;
b. de noodzaak tot bijstandsverlening het gevolg is van een tekort-
schietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het
bestaan;
c. de aanvraag een door de belanghebbende te betalen waarborgsom be-
treft
d. de bijstand gedeeltelijk of volledige aflossing van een schuldenlast
betreft
Overweging
In eerste instantie wordt bij bijstandsverlening voor duurzame gebruiksgoe
deren gekozen voor een borgstelling voor een lening bij de Gemeenschappe-
lijke Kredietbank (GKB)Bijstandsverlening in de vorm van een geldlening
voor duurzame gebruiksgoederen vindt alleen plaats indien een lening bij
deze bank niet als een voorliggende voorziening geldt. Voor de hoogte van
de aflossing kan aangesloten worden bij de normen zoals vastgesteld door de
Nederlandse Vereniging voor VolkskredietDeze normen worden ook gehanteerd
door de GKB. De aflossing is 6% van de landelijke bijstandsnorm, inclusief
de gemeentelijke toeslag. Bedraagt het inkomen meer dan deze norm, dan
wordt het vastgestelde aflossingsbedrag verhoogd met 100% van het inkomen
voor zover dat meer bedraagt dan de totale norm.
6