burgemeester en wethouders.
Het ter beschikking gestelde budget zal door de instelling besteed wor-
den aan de uitvoering van aktiviteiten c.q. het bereiken van prestaties,
zoals die per werksoort in de bijlage "Output 1996 - 1998" zijn vastge-
legd.
De budgetten worden in 12 maandelijkse termijnen betaalbaar gesteld.
De instelling verplicht zich ten aanzien van de ad. 2 genoemde presta
ties tot het jaarlijks voor 1 mei indienen van een financieel en een in-
houdelijk jaarverslag over de resultaten aan de hand van de in het ta-
kenoverzicht gestelde evaluatiekriteria. Het financieel jaarverslag is
voorzien van een accountantsverklaring.
De gemeente ontvangt voor 1 mei en voor 1 September tussentijdse rappor-
tages. Deze omvatten een overzicht van de personeelsinzet, de prestaties
en de resultaten die zijn bereikt op grond van de overeengekomen produk-
ten. Deze tussen-rapportages vormen de basis voor een halfjaarlijks be-
stuurlijk overleg tussen de instelling en de gemeente.
De periode 1996 - 1998 betreft een proefperiode, bij wijze van experi
ment. Aan de in de beschikking opgenomen taken, resultaten en bedragen
kunnen geen rechten worden ontleend voor de volgende jaren. Op basis van
de bij 2. genoemde tussen-rapportages over 1996 kunnen in volgende jaren
taken alsnog vervallen of worden toegevoegd. Ook kunnen per taakonder-
deel wijzigingen optreden in de prestaties en/of de subsidiabele kosten.
Voorts behouden de gemeenteraad, respektievelijk burgemeester en wethou
ders, zich de bevoegdheid voor tot een tussentijdse aanpassing van de
subsidie, onder gelijktijdige aanpassing van de verlangde prestaties,
indien bezuinigingstaakstellingen binnen de welzijnssektor daartoe aan-
leiding geven.
Op basis van de financiele jaaroverzichten vindt eind 1998 afrekening
van het subsidie over de jaren 1996 t/m 1998 plaats.
De vaststelling van de definitieve subsidies over de jaren 1996 t/m
1998 geschiedt per afzonderlijk onderdeel, afhankelijk van de geleverde
resultaten. Dan zal ook worden bekeken in hoeverre de huidige (deel)bud-
getten voor de nieuwe subsidie-periode tot een (totaal)budget kunnen
worden samengevoegd.
Het staat de instelling vrij ter uitvoering van haar doelstellingen gel-
den te reserveren uit de haar ter beschikking staande financiele midde-
len.
Binnen de reserves worden onderscheiden:
bestemmingsreserves; en
een egalisatiereserve.
Bestemminasreserves zijn bedoeld om gerichte investeringen mogelijk te
maken. Bestemmingsreserves dienen een nauw omschreven doe! te hebben.
Zij behoeven de goedkeuring van het kollege van burgemeester en wethou
ders. Daarbij stelt het kollege per afzonderlijke bestemmingsreserve een
maximum bedrag vast.
Onttrekkingen aan bestemmingsreserves mogen alleen aan de daarvoor om
schreven doelen worden besteed. De Stichting verantwoordt deze onttrek
kingen achteraf in het financieel jaarverslag. Onterechte onttrekkingen
aan bestemmingsreserves zullen, een en ander ter beoordeling van het
kollege van burgemeester en wethouders, in mindering worden gebracht op
het budget van het dan lopende jaar.
Een egalisatiereserve is bedoeld om fluktuaties binnen de jaarlijkse ex-
ploitatie op te vangen. Deze reserve mag eind 1998 niet meer bedragen
dan 5% van het jaarlijks budget per produkt met een totaal maximum van:
f 5.000,-- voor het peuterspeelzaalwerk;
f 7.500,-- voor de kinderopvang;
f 2.000,-- voor het gekoordineerd ouderenwerk;
f 3.500,-- voor de zorg voor ouderen;