6.2. Binnen de reserves worden onderscheiden: bestemmingsreserves; en een egalisatiereserve. 6.3. Bestemmingsreserves zijn bedoeld om gerichte investeringen mogelijk te maken. 6.4. Bestemmingsreserves dienen een nauw omschreven doel te hebben. Zij behoeven de goedkeuring van burgemeester en wethouders. Daarbij stellen burgemeester en wethouders per afzonderlijke bestemmingsreser- ve een maximum bedrag vast. 6.5. Een egalisatiereserve is bedoeld om fluktuaties binnen de jaarlijkse exploitatie op te vangen. Deze reserve mag niet meer bedragen dan 5% van het jaarlijks budget met een totaal maximum van: f 25.000,-- voor de vaste vestiging in Stiens; f 2.000,-- voor de jeugdbus; en f 500,-- voor de combi-bus 6.6. Onttrekkingen aan bestemmingsreserves mogen alleen aan de daarvoor om schreven doelen worden besteed. De Bibliotheek verantwoordt deze ont trekkingen achteraf in het financieel jaarverslag. 6.7. Onterechte onttrekkingen aan bestemmingsreserves zullen, een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders, in mindering worden gebracht op het budget van het dan lopende jaar. 6.8. Overschotten die het gevolg zijn van niet overeengekomen c.q. nageko- men prestaties komen ten gunste van de gemeente. 7. Overiqe 7.1. De periode 1996 - 1998 betreft een proefperiode, bij wijze van experi ment. Aan de in de beschikking opgenomen taken, resultaten en bedragen kunnen wederzijds geen rechten worden ontleend voor de volgende jaren. Op basis van de bij 3.1. genoemde tussenrapportages over 1996 en 1997 kunnen het/de volgende jaar/jaren taken alsnog vervallen of worden toegevoegd. Ook kunnen per taakonderdeel wijzigingen optreden in de prestaties en/of de subsidiabele kosten. 7.2. Medio 1998 zal er een evaluatie plaatsvinden. Doel van deze evaluatie zal het bepalen van het bereik van de bibliotheekvoorziening eind 1998 zijn. Deze evaluatie is de basis voor de nieuwe subsidieperiode 1999 - 2002. Bij de evaluatie wordt gebruik gemaakt van de jaarlijkse verslagleg- ging en de registratie-afspraken. Eind 1998 wordt afgerekend op basis van de werkelijke prestaties. Deze overeenkomst is in werking getreden op 1 januari 1996. 5

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1996 | | pagina 95