Een belangrijk argument was toen, dat gemeentelijke financiering goedkoper
was dan het aantrekken van leningen op de kapitaalmarkt onder borgstelling
van het WSW.
In 1988 heeft het rijk het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV)
ingesteld. De bedoeling van het fonds is corporaties waarvan de financiSle
continuiteit bedreigd wordt financieel te saneren. Voeding van het fonds
vindt plaats door jaarlijkse afdrachten van corporaties, die in voldoende
mate draagkrachtig zijn. Omdat het CFV het fondsvermogen op dit moment van
voldoende omvang acht, zijn de corporaties dit jaar overigens van jaarlijk
se afdracht vrijgesteld. Met de instelling van dit fonds is in feite een
extra buffer ontstaan die de risico's voor zowel als gemeenten aanzienlijk
kleiner maakt.
Overigens was de gemeente reeds lang voordat het WSW werd opgericht nauw
betrokken bij de financiering van de corporaties. Reeds vanaf de jaren
vijftig zijn op grotere schaal gemeenteleningen afgegeven met of zonder
rijksgarantie
Tegelijk met de uitbreiding van de faciliteiten van het WSW ten behoeve van
de corporaties worden gemeenten tot 1 januari 1997 de mogelijkheid geboden
de bestaande financieringsrisicos over te dragen aan het WSW.
Gelet op de voorwaarden van het WSW kunnen de bestaande risico's in twee
groepen worden onderscheiden:
1° Gemeentegaranties met rijksdeelneming;
2° Overige risico's.
ad 1°Gemeenten zijn vrij om wel/niet mee te werken aan de overdracht
van de risico's. Het niet meedoen heeft tot gevolg dat de
corporaties geen beroep kunnen doen op de nieuwe faciliteiten
van het WSW met uitzondering van de eventuele herfinanciering
als gevolg van de brutering.
Ook zal het rijk in voorkomende gevallen een beroep van de
gemeente op de rijksdeelneming van de hand wijzen, omdat de
gemeente in de ogen van het rijk niet alle middelen heeft
aangewend om eventuele verliezen te beperken.
ad 2°. Onder de overige risico's vallen de gemeentelijke leningen en
de gemeentegaranties zonder rijksdeelneming. Overdracht van de
risico's van de gemeentelijke leningen bestaat uit het verlenen
van een medeborgstelling dan wel vrijwaring door het WSW.
Gelet op het feit dat de risico's van de bestaande financierin-
gen zonder kosten voor de gemeente kunnen worden overgedaan is
er alle reden om aan de overdracht medewerking te verlenen.
Voor de overdracht van alle bestaande gemeentelijke risico's is
wel de instemming van de corporaties vereist. Hoewel ook hier
sprake is van keuze- vrijheid (maar dan voor de corporaties)
heeft het niet instemmen van de corporaties eveneens gevolgen
t.w. er kan geen gebruik worden gemaakt van de nieuwe facili
teiten van het WSW. Uitgaande van de bereidheid van de gemeente
om de bestaande risico's wel over te dragen heeft dit voor de
gemeente echter geen gevolgen bij een eventueel beroep op de
rijksdeelneming in verstrekte gemeentegaranties omdat de
gemeente geacht wordt ook in dit geval al het mogelijke te
hebben gedaan om verliezen te beperken.