2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing
is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beper-
kingen na te komen.
Artikel 5: Behandeling aanvragen
1. Op in behandeling genoraen aanvragen is afdeling 3.4 Awb van toepassing.
2. Een ieder kan zijn zienswijze over de aanvraag naar voren brengen.
Artikel 6: Termijnen
1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om vergunning of
op een verzoek tot ontheffing binnen acht weken na de dag waarop de aan
vraag of het verzoek is ontvangen.
2. Burgemeester en wethouders kunnen hun beslissing voor ten hoogste acht
weken verdagen.
Artikel 7Aanhouding
1. Burgemeester en wethouders houden de beslissing op de aanvraag om ver
gunning of het verzoek tot ontheffing aan, totdat zij een beslissing
hebben genomen over de aanvraag voor een bouwvergunning overeenkomstig
artikel 40, lid 1 van de Woningwet.
2. In afwijking van het bepaalde in artikel 6 nemen burgemeester en wet
houders, voor zover de aanhouding bedoeld in het eerste lid langer duurt
dan de in artikel 6 gestelde termijnen, de beslissing of een aanvraag om
vergunning of een verzoek tot ontheffing zo spoedig mogelijk na afloop
van de in artikel 6 bedoelde termijnen.
Artikel 8: Duur van de vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing wordt verleend voor maximaal vijf jaar.
Artikel 9: Verplichtingen van de houder
1. De vergunning of ontheffing is niet overdraagbaar
2. De houder is verplicht aan burgemeester en wethouders gegevens te ver-
strekken die door of namens hen in verband met de huisvesting, verzor-
ging en begeleiding van de kinderen van belang worden geacht.
3. De houder is voorts verplicht om bij wijziging van de gegevens die zijn
verstrekt bij de vergunningaanvraag daarvan onmiddellijk schriftelijk
mededeling te doen aan burgemeester en wethouders.
4. De vergunninghouder is verplicht de vergunning op een zichtbare plaats
in het kindercentrum/gastouderbureau op te hangen.
Artikel 10: Intrekken of wijzigen van vergunning of ontheffing
1. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning of ontheffing intrekken
of wijzigen:
a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens
zijn verstrekt;
b. indien op grond van een verandering van de omstandigheden oL inzich-
ten, opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, moet
worden aangenomen dat intrekking of wijziging daarvan wordt gevorderd
door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning
is verstrekt;
4