Indien niet besloten wordt de aanvraag zonder meer af te wijzen, moet uw raad (binnen 4 weken na de hiervoor genoemde 8 weken) een commissie opdracht geven terzake een advies uit te brengen. Een commissie bestaat uit drie leden. Uw college moet een lid benoe- men, door de aanvrager moet een lid benoemd worden en deze twee leden gezamenlijk moeten een derde lid benoemen. Deze commissie moet onderzoeken of de betrokkenen inderdaad schade geleden hebben of zullen lijden. Binnen 8 weken nadat de commissie het advies heeft uitgebracht dient de gemeenteraad een beslissing op het verzoek te nemen. 'Afhandeling aanvragen om planschade' Thans moet eerst de vraag gesteld worden of het noodzakelijk is in onderhavige verzoeken een commissie in het leven te roepen. Hierom- trent kan het volgende opgemerkt worden. In de Wet op de Ruimtelijke Ordening is niets bepaald over eisen waaraan een verzoek om planschade moet voldoen. Verwacht zou echter mogen worden dat een verzoek gemotiveerd gedaan wordt, waarbij met name een onderbouwing van het geclaimde bedrag van belang lijkt. Een deskundigenadvies zou in dat kader een grote rol kunnen spelen. Uit jurisprudentie omtrent dit artikel blijkt echter dat de gemeente de bewijslast heeft. Met andere woorden, de gemeente moet, als een claim ingediend wordt, gemotiveerd de hoogte van de eventuele schade vaststellen. In dit kader moet dan ook het advies van de in te schake- len commissie gezien worden. Het is derhalve van groot belang dat objectieve, deskundige (op gebied van onroerend goed en op het gebied van ruimtelijke ordening) commissieleden aangezocht worden. Op dit moment is er nog geen commissie samengesteld. Gelet op de tijd die gemoeid gaat met het samenstellen van de commissie kan dan ook niet binnen acht weken nadat het verzoek is binnengekomen (voor 29 oktober a.s.) door uw raad aan de commissie opdracht gegeven worden ter zake advies uit te brengen. Met gebruikmaking van lid 2 van artikel 3 van de 'procedureverordening planschadevergoeding' stellen wij u daarom voor de termijn met acht weken te verlengen. Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel de secretaris, de burgemeester, MR. C. BIJL J.J. KINGMA

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1996 | | pagina 25