5. Samenlevinasaktiviteiten. Over dit beleid (voorheen het kleine kernenbeleid) zullen wij ons de ko- mende beleidsperiode (de jaren 1997 en 1998) nader beraden. Centraal hier- bij zal dan de vraag staan, in hoeverre het wenselijk is deze subsidies, gezien hun hoogte, in stand te houden. In het overleg met de verenigingen voor dorpsbelangen en Plaatselijke Be- lang Stiens in mei jl. is gebleken dat voor deze verenigingen de huidige subsidiesystematiek voor een aktiviteitenprogramma, een kinderspeelterrein en een dorpskrant toch wel zeer essentieel is. De verenigingen van dorpsbe langen en Plaatselijke Belang Stiens zien dit subsidie als een waardering voor de jaarlijkse (eigen) aktiviteiten(programma's)De verenigingen voor dorpsbelangen zijn hierbij de spil in de kleine dorpen. Plaatselijk Belang Stiens beoogt deze funktie ook voor Stiens te vervullen. Dat dit mogelijk is, blijkt uit het kinderspeelterreinenbeleid. Hierbij vervult Plaatselijk Belang Stiens een koordinerende rol. In het verlengde hiervan zien wij ook het verzoek van Plaatselijk Belang Stiens om een jaarlijks subsidie voor een "eigen ruimte" in de Stienser Omroeper. Plaatselijk Belang ziet voor deze eigen ruimte dezelfde funktie als die van dorpskranten voor de kleine dorpen. Wij kunnen met deze visie instemmen. De verenigingen voor dorpsbelangen en ook Plaatselijk Belang Stiens hebben geen behoefte een rol bij de subsidiering van andere verenigingen (zoals de muziek-, zang-, dans- en toneelverenigingen) te spelen. Deze subsidies die- nen rechtstreeks met deze verenigingen te worden verrekend. Vooruitlopend op het vorenstaande zullen wij in 1997 per dorp een aantal algemene subsidies koppelen en deze als een vast budget, zonder afrekening achteraf, aan de verenigingen voor dorpsbelangen en voor Stiens Plaatselijk Belang toekennen. Deze verenigingen zullen hiervoor als kontaktadres funge- ren. Wij denken bij het vorenstaande aan de volgende komponenten: a. de aktiviteitenprogramma's; b. de dorpskranten; en c. de kinderspeelterreinen. Hierbij zullen de volgende financiele uitgangspunten worden gehanteerd: maximaal f 500,-- voor een aktiviteitenprogramma (a.); maximaal f 250,-- voor de uitgave van een dorpskrant (b.); maximaal f 250,-- voor het beheer en dagelijks onderhoud van een kinder speelterrein (c.); en maximaal f 100,-- voor een WA-verzekering en het lidmaatschap van het BOF (c.). De voornoemde bedragen zullen wij driejaarlijks heroverwegen. Dit betreft de aanvragen "y" t/m "gg". 6. Jeuad- en jongerenwerk. Aloemeen. Het jeugd- en jongerenwerk kent een invulling in de "Outputovereenkomst 1996 - 1998" van de W.I.L. Deze overeenkomst bevat konkrete produktaf- spraken voor het jeugd- en jongerenwerk. Zie bij hoofdstuk 9. De speel-o-theek. De voorgaande jaren is de Stichting "Speel-o-theek" (11) een struktureel

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1996 | | pagina 36