Artikel 35 Overleg en mededeling
1 Alvorens over te gaan tot vordering voeren burgemeester
en wethouders overleg met het bevoegd gezag.
2 In dat overleg komt in ieder geval aan de orde
a voor welke activiteit of activiteiten gevorderd
wordt
b of die activiteit of activiteiten zich verdragen met
het onderwijs aan de in het gebouw gevestigde
school
c welke maatregelen eventueel noodzakelijk zijn om te
voorkomen dat het onderwijs aan de in het gebouw
gevestigde school hinder van het medegebruik
ondervindt
d wat naar de mening van burgemeester en wethouders en
het bevoegd gezag een redelijke vergoeding voor het
medegebruik is;
e de datum waarop het medegebruik redelijkerwijs een
aanvang kan nemen.
3 Binnen vier weken na afloop van het overleg doen
burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling van de
vordering aan het bevoegd gezag. Indien het overleg zoals
bedoeld in het eerste lid heeft geleid tot afspraken,
bevat de mededeling in ieder geval die afspraken.
Voorzover het overleg niet tot overeenstemming heeft
geleid, bevat de mededeling de beslissing van
burgemeester en wethouders over de punten waarover geen
overeenstemming bestond. Indien het bevoegd gezag in het
overleg te kennen heeft gegeven geen bezwaar te hebben
tegen de vordering, kan van de schriftelijke mededeling
als hier bedoeld worden afgezien.
Paragraaf 53 Verhuur
Artikel 3 6 Toestemming burgemeester en wethouders
1 Alvorens een huurovereenkomst te sluiten, vraagt het
bevoegd gezag toestemming voor de verhuur aan
burgemeester en wethouders
2 Het verzoek om toestemming wordt schriftelijk gedaan en
bevat een aanduiding van de huurder, alsmede van de
bestemming van de te verhuren ruimte.
3 Burgemeester en wethouders verlenen de toestemming niet
indien
a de bestemming van de te verhuren ruimte in strijd is
met bepalingen daaromtrent uit de wet of
regelgeving;
b de te verhuren ruimte onmiddellijk nodig is voor een
school
4 Burgemeester en wethouders nemen binnen vier weken na
ontvangst van het verzoek een besluit en zenden dat aan
het bevoegd gezag.
HOOFDSTUK 6 Einde gebruik gebouwen en terreinen
Artikel 37 Tijdstip beeindiging gebruik; staat van
onderhoud
1 Nadat een gebouw of terrein niet meer door het bevoegd