overeenkomstige toepassing.
Paragraaf 8.2 Voor blijvend gebruik bestemde voorzieningen
basisonderwijs voor 1998
Artikel 42 Behandeling ingediende aanvragen
Een door de minister toegezonden aanvraag als bedoeld in
artikel IX, tweede lid van de wet, waarin een voorziening
wordt gewenst voor het jaar 1998, wordt beschouwd als een
aanvraag voor opneming van een voorziening op het programma
voor het jaar 1998 die is ingediend ingevolge artikel 6. Voor
het overige is het bepaalde in hoofdstuk 2 onverkort van
toepassing op een dergelijke aanvraag.
Paragraaf 8.4 Afhandeling aanvragen van voor tijdelijk
gebruik bestemde
voorzieningen basisonderwijs 1997
Artikel 44 Afhandeling van aanvragen voor tijdelijk
gebruik bestemde voorzieningen voor
basisonderwijs voor 1997
1 De raad beslist over een door het bevoegd gezag
ingediende aanvraag, dan wel over een door de minister
toegezonden aanvraag als bedoeld in artikel XII, eerste
lid van de wet.
2 Indien de door het bevoegd gezag verstrekte gegevens in
het kader van de ingediende aanvraag, dan wel in het
kader van de in eerste aanleg bij de minister ingediende
aanvraag, onvolledig zijn, delen burgemeester en
wethouders dit binnen twee weken na inwerkingtreding van
het bepaalde in dit hoofdstuk mee aan het bevoegd gezag.
Het bevoegd gezag heeft de gelegenheid om de ontbrekende
gegevens binnen vier weken na ontvangst van de mededeling
in te dienen bij burgemeester en wethouders.
3 Ten behoeve van de besluitvorming over een of meer
aanvragen, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel
en als bedoeld in artikel 45, stelt de raad een bedrag
vast dat beschikbaar is voor de aangevraagde
voorzieningen
Bij de beslissing op de aanvragen handelt de raad
overeenkomstig het bepaalde in artikel 12, met dien
verstande dat de raad daarbij niet overgaat tot de
vaststelling van een programma.
4 De beslissing als bedoeld in het derde lid wordt genomen
voor 1 april 1997. Een afschrift van het besluit wordt
binnen twee weken toegezonden aan het bevoegd gezag
5 Indien het besluit inhoudt dat een voorziening in de
huisvesting voor bekostiging in aanmerking komttreden
burgemeester en wethouders binnen vier weken nadat het
besluit is genomen in overleg met het bevoegd gezag over
de wijze van uitvoering van de voorziening. Hierbij is
het bepaalde in de artikelen 15 tot en met 18
overeenkomstig van toepassing.
HOOFDSTUK 9 Overgangs en slotbepalingen
30