1.3.2 Uitbreiding met een tweede speellokaal
De noodzaak voor uitbreiding met een tweede speellokaal blijkt
uit
a het feit dat de basisschool ten minste vijf groepen
jongste leerlingen (van vier en vijf jaar oud) van ten
minste 2 0 leerlingen telt en dat de prognose, die voldoet
aan de vereisten uit bijlage II, aantoont dat gedurende
ten minste vier jaren voor een voor tijdelijk gebruik
bestemde voorziening en voor ten minste vijftien jaren
voor een voor blijvend gebruik bestemde voorziening deze
groepen leerlingen kunnen worden verwacht terwijl
b voor het spelen van (een deel van) de vier en
vijfjarigen geen gebruik kan worden gemaakt van een
gymnastiekruimte of van een speellokaal van een andere
basisschool of school voor speciaal onderwijs binnen 300
meter hemelsbreed.
1.4 Ingebruikneming van een bestaand gebouw
De noodzaak van ingebruikneming blijkt uit:
al het feit dat de minister de desbetref f ende school voor
het eerst voor bekostiging in aanmerking brengt of
a2 het feit dat het huidige gebouw, gelet op het gestelde
bij 1.2 onder a voor vervanging in aanmerking komt
terwij1
b er binnen 1500 meter hemelsbreed geen mogelijkheden zijn
om door medegebruik een passende huisvesting voor de
school te realiseren;
c er geen ander, beter geschikt of beter geschikt te maken
gebouw aanwezig is of op korte termijn beschikbaar komt
en
d de kosten van ingebruikneming inclusief aanpassingen in
redelijke verhouding, zulks ter beoordeling van
burgemeester en wethouders, staan ten opzichte van de
kosten van vervangende bouw.
1.5 Verplaatsing bestaande noodlokalen
De noodzaak van verplaatsing van noodlokalen blijkt uit het
feit dat:
a er op basis van een prognose die voldoet aan de eisen uit
bijlage II een tijdelijke behoefte aan huisvesting voor
ten minste vier jaren is, waarin beschikbare lege of
leegkomende noodlokalen op een afstand van meer dan 1500
meter hemelsbreed kunnen voorzien, terwijl
b er binnen 1500 meter hemelsbreed geen mogelijkheden zijn
om door medegebruik een passende huisvesting voor de
school te realiseren en
c de kosten van verplaatsing redelijk zijn ten opzichte van
de kosten van een nieuwe tijdelijke voorziening voor
hetzelfde aantal groepen en dezelfde tijdsduur, zulks ter
beoordeling van burgemeester en wethouders.
16 Terrein
De noodzaak van verwerving of uitbreiding van (een deel van)
een terrein blijkt uit het feit dat voor nieuwbouw,
uitbreiding, ingebruikneming of verplaatsing van noodlokalen
toestemming wordt gegeven en verwerving of uitbreiding van
34