,3
85
tot
en
met
91
3
,8
328
tot
en
met
335
1 1
6
92
tot
en
met
98
4
,0
336
tot
en
met
344
U
1 1
9
99
tot
en
met
105
4
,2
345
tot
en
met
352
1 2
2
106
tot
en
met
116
4
,4
353
tot
en
met
361
5
117
tot
en
met
126
4
,7
362
tot
en
met
369
127
tot
en
met
137
5
,0
370
tot
en
met
377
1
138
tot
en
met
147
5
,3
378
tot
en
met
386
1 3
4
148
tot
en
met
158
5
,6
387
tot
en
met
394
1 3
7
159
tot
en
met
168
5
,9
395
tot
en
met
403
1 4
0
169
tot
en
met
179
6
,2
404
tot
en
met
411
w
1 4
3
180
tot
en
met
189
6
,5
412
tot
en
met
419
1 4
6
190
tot
en
met
199
6
,8
420
tot
en
met
428
1 4
9
200
tot
en
met
209
7
,1
429
tot
en
met
436
1 5
2
210
tot
en
met
218
7
,4
437
tot
en
met
445
219
tot
en
met
226
7
,7
446
tot
en
met
453
w'
1 5
8
227
tot
en
met
235
8
,0
454
tot
en
met
461
1 6
1
236
tot
en
met
243
8
,3
462
tot
en
met
470
1 6
4
244
tot
en
met
251
8
,6
471
tot
en
met
478
1 6
,7
en vervolgens boven het aantal van 478 (on)gewogen leerlingen
telkens voor achtereenvolgens 9, 8, 8, 9 en 8 (on)gewogen
leerlingen verhoogd met 0,3 formatieplaats
1.2 Gymnastiekruimten
Het aantal groepen is bepalend voor het aantal klokuren
gymnastiek. Per groep leerlingen 6 tot 12 jarigen wordt
maximaal 1,5 klokuur gymnastiek vergoed (cf. artikel 29 en 30
van de verordening)Het aantal groepen is afhankelijk van het
aantal formatieplaatsenVoor de vaststelling van het aantal
formatieplaatsen is het aantal leerlingen (ongewogen helft
van de gewichtenscore) bepalend. De relatie tussen het aantal
leerlingen en het aantal formatieplaatsen is weergegeven in
tabel 5, 'Schema formatieplaatsen'
Voor de vaststelling van de structurele noodzaak van een
nieuwe accommodatiewordt het aantal groepen bepaald door het
aantal leerlingen dat op 1 oktober voorafgaand aan elk j aar
50
I
1 2
1 2
8
1 3
r
f w
1 5
5