Het gymnastiekgebouw bevat ten minste 2 kleedruimten en
een was /douchegelegenheid
Ill 1 Overzicht lMeetinstructie voor het vaststellen van
de bruto vloeroppervlakte van de schoolgebouwen in
het primair onderwijs'
De vaststelling van de bruto vloeroppervlakte van een
schoolgebouw
De bruto vloeroppervlakte van een gebouw is de som van de
bruto vloeroppervlakten van alle onderwijsruimten en andere
ruimten op alle vloerniveaus
De bruto vloeroppervlakte van ieder vloerniveau wordt begrensd
door de buitenomtrek c.q. het buitenvlak van de begrenzing van
het gebouw op vloerhoogte.
De oppervlakte van trappen en liften dient op ieder
vloerniveau tot de bruto vloeroppervlakte te worden gerekend.
De oppervlakte van verbindende ruimten tussen in of
aanpandige gymnastieklokalen wordt toegerekend aan het
lesgebouw.
Bij scheidingswanden tussen het lesgebouw en in of aanpandig
gelegen gymnastieklokalen wordt de bruto vloeroppervlakte
gerekend tot het hart van de scheidingsconstructie
Tot de bruto vloeroppervlakte wordt niet gerekend een
schalmgat of een vide, voor zover de oppervlakte daarvan
groter is dan 4 m2
Uitzonderingen
In en aangebouwde fietsenstallingen en bergingen die
uitsluitend van buitenaf bereikbaar zijn, worden niet tot de
bruto vloeroppervlakte gerekend.
Indien de bruto vloeroppervlakte niet of moeilijk te bepalen
is, mogen de netto oppervlakten van alle ruimten worden
opgeteld. De bruto vloeroppervlakte wordt dan verkregen door
de gevonden nettovloeroppervlakte te vermenigvuldigen met de
factor 1,1.
Bij zolderruimten, kelders of souterrains in gebruik als
onderwijsruimte of andere ruimte, wordt de bruto
vloeroppervlakte bepaald door de nettovloeroppervlakte van dat
deel van de ruimte met een vrije hoogte 2,60 m te
vermenigvuldigen met de factor 1,1.
Voor zover een zolderruimtekelder of souterrain wordt
gebruikt als berging, keuken, stencilruimte of werkkast telt
deze niet mee voor de berekening van de bruto
vloeroppervlakte
55