in jaren cum.% in jaren cum.% m jaren cu
m
1
26%
6
75%
11
91%
2
45%
7
79%
12
94%
3
56%
8
83%
13
96%
4
64%
9
86%
14
98%
5
70%
10
89%
15
100%
De netto-investeringswaarde wordt bepaald door het hiervoor
genoemde percentage te nemen van de hieronder aangegeven
bouwkosten.
bouwkosten fundering herstterrein aanslui
tkosten
nieuwbouw
- vaste voet 52.251,- 541,- - 890,- 6.603,-
- per groep 102.336,- 6.587,- 6.096,-
toeslag le groep 25.584,- 1.647,- 1.524,-
toeslag hoofdlocatie 204.672,- 13.173,- 12.192,-
uitbreiding
- vaste voet 25.774,- 6.479,- 634,-
- per groep 111.403,- 3.023,- 6.096,-
Aan de hand van de periode waarvoor de tijdelijke voorziening
wordt toegekend (gebaseerd op de prognose)wordt de netto-
investeringswaarde bepaald. De hoogte van de huurvergoeding
wordt vervolgens gebaseerd op de gemiddelde jaarlijkse lasten
aan rente en aflossing van deze netto-investeringswaarde op
basis van lineaire afschrijvingHet geldende rentepercentage
is het rentepercentage, dat wordt gehanteerd voor de
gemeentebegroting
1.4 Eerste inrichting onderwijsleerpakket en meubilair
De bedragen voor eerste inrichting vallen uiteen in bedragen
voor onderwijsleerpakket (OLP) en bedragen voor meubilair. De
hierna opgenomen bedragen zijn investeringsbedragen per school
met een gegeven aantal groepen. Bij uitbreiding wordt het uit
te keren bedrag bepaald aan de hand van het verschil tussen de
investeringsbedragen van de school met en zonder uitbreiding.
Voor nieuwe instituten geldt dat op de hierna genoemde
bedragen, bij eerste aanschaf van het totale
onderwijsleerpakket en meubilair, een korting wordt toegepast
van 10%.
De vergoeding wordt bepaald op basis van de volgende bedragen:
Aanwezig aantal groepen Totaal Meubilair OLP
2 124.378,- 48.692,- 75.686,-
3 151.346,- 64.912,- 86.434,-
4 185.022,- 82.985,- 102.037,-
5 215.725,- 97.350,- 118.375,-
6 248.222,- 116.814,- 131.408,-
61