GEMEENTE
LEEUWARDERADEEL
7
Agendapunt: 7.
Voorstelnr. 97/6
Stiens, 23 januari 1997
Onderwerp:
Herziening indicatiestelling zorgsector
Regio Noord-Friesland (overgangsjaar 1997)
Aan
de gemeenteraad
Per 1 januari 1997 is de Wet op de Bejaardenoorden vervallen. Vanaf deze datum is dan
artikel 9a van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten van toepassing, op grond
waarvan Burgemeester en Wethouders erin voorzien dat ten behoeve van inwoners van hun
gemeente een onafhankelijk indicatie-orgaan werkzaam is dat kosteloos beoordeelt of een
inwoner in aanmerking komt voor een van de bij Algemene Maatregel van Bestuur
aangewezen vormen van zorg.
Per 1 januari 1997 treedt als eerste Algemene Maatregel van Bestuur het Besluit Indicatie-
beoordeling Verzorging en Verpleging in werking. Dit Besluit zal gedurende het jaar 1997
van kracht zijn. In dit Besluit is een overgangsregeling opgenomen die het mogelijk maakt
de huidige indicatiecommissie ex. artikel 6j van de Wet op de Bejaardenoorden tijdelijk
aan te merken als indicatie-orgaan nieuwe stijl waardoor de werkzaamheden kunnen
worden voortgezet tot het moment dat het indicatie-orgaan nieuwe stijl operationeel is.
Deze overgangsregeling geldt tot uiterlijk 1 januari 1998.
De overgangsregeling is eveneens van toepassing op de indicatiestelling voor de thuiszorg.
Via een mandaatconstructie kunnen thuiszorgorganisaties door het indicatie-orgaan voor
1997 worden gemandateerd. Het overleg hierover is gaande.
Het vorenstaande heeft consequenties voor de "Regeling Regio Noord-Friesland". In 1989
hebben de 15 in de Regio deelnemende gemeenten een tweetal taken aan de G.G.D.
Noord-Friesland overgedragen:
a. het indiceren op grond van artikel 6j van de Wet op de Bejaardenoorden;
b. het toepassen van de beroepsprocedure als bedoeld in artikel 6k van de Wet op de
Bej aardenoorden.
Het gestelde onder a. moet thans worden vervangen door een verwijzing naar artikel 9a
van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Het gestelde onder b. kan vervallen omdat
thans de reguliere bezwaar- en beroepschriftenprocedures van toepassing zijn op grond van
de Algemene Wet Bestuursrecht.
