2 Indien de in het vorige lid bedoelde verplichting alsnog wordt nagekomen, wordt de
uitkering over de tijd van schorsing alsnog uitbetaald.
Uitkering bij overlijden
Artikel 9
1 Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de gewezen wethouder wordt aan de
nabestaande zoals bedoeld in artikel 12, van wie de overledene niet duurzaam gescheiden leefde,
een bedrag uitgekeerd, gelijk aan de uitkering over een tijdvak van drie maanden.
2 Laat de overledene geen weduwe of weduwnaar na, van wie hij, onderscheidenlijk zij, niet
duurzaam gescheiden leefde, dan wordt evenbedoeld bedrag uitgekeerd ten behoeve van de
minderjarige wettige of natuurlijke kinderen van de overledene, of mindeijarige kinderen
waarover de overledene ten tijde van het overlijden de pleegouderlijke zorg droeg. Onder
pleegouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van het kind
als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten van
een vergoeding daarvoor. Ontbreken ook zodanige kinderen, dan geschiedt de uitkering, indien
de overledene kostwinner was van ouders, meerderjarige kinderen, breeders of zusters, ten
behoeve van deze betrekkingen.
3 Laat de overledene geen betrekkingen als bedoeld in het eerste en tweede lid na, dan kan
het aldaar bedoelde bedrag geheel of ten dele worden uitgekeerd voor de betaling van de kosten
van de laatste ziekte en van de lijkbezorging, indien zijn nalatenschap voor de betaling van die
kosten ontoereikend is.
Vervanging
Artikel 10
1 Het bepaalde in deze afdeling is niet van overeenkomstige toepassing ten aanzien van hem
die krachtens het gestelde in artikel 51, eerste lid, van de Gemeentewet tijdelijk met de
waameming van het wethouderschap is belast geweest.
2 Voor de berekening van het tijdvak, bedoeld in artikel 2, eerste lid, telt tevens mee de
periode waarin de belanghebbende krachtens het gestelde in artikel 51, eerste lid, van de
Gemeentewet tijdelijk doch gedurende meer dan dertig dagen onafgebroken met de tijdelijke
waameming van het wethouderschap is belast geweest, indien het tijdvak van die waameming
zonder onderbreking wordt gevolgd door een tijdvak, waarin hij anders dan krachtens artikel 51,
eerste lid, van de Gemeentewet als wethouder is opgetreden.