Voor de toepassing van de vorige volzin worden uitkeringen als bedoeld in artikel 2 en in artikel
3, leden 1 en 2, aangemerkt als een uitkering als bedoeld in artikel 4a, indien en zolang
belanghebbende tijdens de duur van eerstbedoelde uitkeringen voor 55 percent of meer algemeen
invalide was.
5 Geen meetelling van uitkeringstijd als diensttijd vindt plaats:
a voor zover gedurende die tijd belanghebbende uit anderen hoofde een
overheidspensioen opbouwde;
b voor zover gedurende die tijd het bedrag van de uitkering wegens inkomsten,
bedoeld in artikel 5, tot nihil was verminderd;
c in zover de belanghebbende die recht had op een uitkering, doch minder uitkering
genoot dan de krachtens artikel 59 berekende pensioenpremie, er geen zorg voor
draagt dat deze premie, welke in dit geval als een op hem rustende schuld wordt
beschouwd, bij het bereiken van de 65 jarige leeftijd is voldaan.
d wanneer belanghebbende zulks verzoekt.
Berekening van het eigen pensioen over tijd tussen 31 december 1985 en 1 januari 1995.
Artikel 19
1 Dit artikel is uitsluitend van toepassing op pensioenberekeningen over j aren gelegen tussen
31 december 1985 en 1 januari 1995.
2 Het pensioen wordt berekend over de pensioengrondslag. De pensioengrondslag wordt
gevormd door de laatstelijk als wethouder genoten wedde vermeerderd met het percentage van
de vakantie-uitkering, te verminderen met een bedrag als omschreven in het vierde lid (franchise).
3 In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt ten aanzien van wethouders die voor
hun bezoldiging geacht worden niet de volledige werkweek aan het wethouderschap te besteden,
onder wedde verstaan, het tot een jaarbedrag herleide bedrag waarvan die wedde is afgeleid.
4 De franchise bedoeld in het tweede lid is gelijk aan:
a twintig zevende maal het tot een jaarbedrag herleide bedrag genoemd in artikel 9,
vijfde lid, onder b, van de Algemene Ouderdomswet, vermeerderd met de
bruto-vakantie-uitkering ingevolge artikel 29 van die wet, indien de pensioengerechtigde recht
heeft op dat bedrag of op dat bedrag recht zou hebben gehad, indien geen toepassing zou zijn
gegeven aan artikel 13 van die wet.
b tien zevende maal het tot een jaarbedrag herleide bedrag genoemd in artikel 9,
vijfde lid, onder a, van de Algemene Ouderdomswet, vermeerderd met de bruto-vakantie-uitkering
ingevolge artikel 29 van die wet, indien de pensioengerechtigde recht heeft op dat bedrag of op
dat bedrag recht zou hebben gehad, indien geen toepassing zou zijn gegeven aan artikel 13 van
die wet.
5 Wanneer ten aanzien van de gepensioneerde wethouder wij ziging optreedt in de toepassing
van artikel 9, vijfde lid, van de Algemene Ouderdomswet, wordt zijn pensioengrondslag
herberekend. Het dienovereenkomstig herberekende pensioen gaat in op dezelfde dag als die
wij ziging.
6 Wanneer het bedrag bedoeld in het vierde lid, onder a of b, of de hoogte van de
daarbedoelde vakantie-uitkering wordt gewijzigd, wordt de franchise herberekend. De
dienovereenkomstig herberekende pensioenen gaan in op dezelfde dag als die wij ziging.
13