7 Behoudens het bepaalde in het achtste lid bedraagt het pensioen voor ieder van de eerste
vier voor pensioen tellende jaren als wethouder 3,5 percent van de pensioengrondslag, en voor
ieder overig jaar als wethouder 1,75 percent van de pensioengrondslag, in totaal tot een maximum
van 70 percent van de pensioengrondslag, aangepast naar de regelen, vastgesteld bij de algemene
maatregel van bestuur bedoeld in artikel 157 van de Algemene pensioenwet politieke
ambtsdragers.
8 Indien recht bestaat op meer dan een pensioen, bedoeld in het zevende lid, dan wel
daamaast recht bestaat op een of meer pensioenen krachtens de tweede en derde afdeling van de
Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers komen voor de toepassing van de
pensioenberekening naar 3,5 percent per dienstjaar in totaal ten hoogste vier dienstjaren in
aanmerking en wordt die berekening voor zover mogelijk toegepast ten aanzien van het pensioen,
waarbij die berekening het hoogste bedrag oplevert, en overigens ten aanzien van het andere
pensioen of de andere pensioenen in de volgorde van de hoogte van de wedden of de
berekeningsgrondslag. Voor de vergelijking van deze wedden, berekeningsgrondslag of
pensioengrondslagen. Voor vergelijking van deze wedden, berekeningsgrondslag of
pensioengrondslagen worden deze zonodig aangepast aan de regelen, vastgesteld bij algemene
maatregel van bestuur bedoeld in artikel 157 van evengenoemde wet.
9 Het vierde en vijfde lid van artikel 18 zijn van overeenkomstige toepassing.
10 Indien een pensioen wordt berekend zowel met toepassing van artikel 18 als met
toepassing van dit artikel, wordt in afwijking van het zesde, zevende of achtste lid het percentage
van 70 percent verminderd met het percentage van het pensioen dat eerst is berekend met
toepassing van artikel 18.
Berekening van het eigen pensioen over tijd na 31 december 1994
Artikel 19a
1 Dit artikel is uitsluitend van toepassing op pensioenberekeningen over tijd doorgebracht
als wethouder na 31 december 1994.
2 Artikel 19, tweede lid, is van toepassing, met dien verstande dat de in dat lid bedoelde
franchise het bedrag is, genoemd in artikel F7aa, tweede lid, van de Algemene burgerlijke
pensioenwet dan wel het met toepassing van het derde lid van dat artikel gewijzigde bedrag.
3 Artikel 19, derde en zevende tot en met tiende lid, zijn van toepassing.
Berekening eigen pensioen deeltijdwethouders na 31 december 1985
Artikel 20
Indien het pensioen van een wethouder, die voor zijn bezoldiging geacht werd niet de volledige
werkweek aan het wethouderschap te besteden, wordt berekend met toepassing van artikel 19 of
19a. dan wel met toepassing van beide artikelen, is het bedrag van het pensioen gelijk aan de
uitkomst van de berekening vermenigvuldigd met de deeltijdfactor.
Samenvallende diensttijden van echtgenoten tussen 31 december 1985 en 1 januari 1995.
14