HOOFDSTUK III HET NABESTAANDENPENSIOEN Paragraaf 1 Het recht op pensioen Nabestaandenpensioen Artikel 23 1 De nabestaande van een wethouder of van een gewezen dan wel van een gepensioneerde wethouder heeft recht op nabestaandenpensioen. 2 Geen recht op nabestaandenpensioen bestaat indien het huwelijk was gesloten nadat het aftreden van de echtgenoot was ingegaan, tenzij: a de echtgenoot ten tijde van het sluiten van het huwelijk recht had op uitkering ter zake van zijn aftreden als wethouder, of b de echtgenoten reeds voor het aftreden met elkaar gehuwd waren geweest dan wel de nabestaande door de echtgenoot aangemeld was geweest en mits het huwelijk was gesloten voordat deze de 65-jarige leeftijd had bereikt. 3 Voor de toepassing van het vorige lid wordt het aftreden geacht niet te hebben plaatsgevonden, indien zonder wezenlijke onderbreking een politiek ambt als bedoeld in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers is aanvaard. Een onderbreking van ten hoogste twee maanden wordt als niet-wezenlijk aangemerkt. 4 De raad kan beslissen dat een onderbreking van meer dan twee maanden als niet-wezenlijk wordt aangemerkt. Artikel 24 (vervallen) Bijzonder nabestaandenpensioen. Artikel 251 1 De man of vrouw met wie een wethouder, gewezen of gepensioneerde wethouder gehuwd is geweest, heeft na diens overlijden recht op bijzonder nabestaandenpensioen, mits a hij of zij recht op nabestaandenpensioen zou hebben gehad, indien de wethouder op de dag van het vonnis, waarbij de echtscheiding of de ontbinding van het huwelijk is uitgesproken, zou zijn overleden, en b de onder a bedoelde dag ligt na 30 September 1971 en de echtscheiding of ontbinding van het huwelijk niet is uitgesproken met toepassing van het voor 1 oktober 1971 geldende recht. 1 Artikel 25 van de Uitkerings- en pensioenverordening wethouders zoals dit artikel luidde voor 1 oktober 1971, blijft van toepassing, indien de echtscheiding of de ontbinding van het huwelijk wordt uitgesproken met toepassing van het voor dat tijdstip geldende recht. 16

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1997 | | pagina 52