2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de vrouw of man van
wie de aanmelding is geeindigd, mits zij of hij recht op nabestaandenpensioen zou hebben gehad,
indien de wethouder, de gewezen of gepensioneerde wethouder op de dag van eindigen van de
aanmelding zou zijn overleden.
3 Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing indien de desbetreffende vrouw of man
als gevolg van een huwelijk met, dan wel een aanmelding door dezelfde wethouder ter zake van
diens overlijden recht op nabestaandenpensioen verkrijgt.
Wezenpensioen
Artikel 26
1 Recht op wezenpensioen hebben:
a de kinderen van hem die overlijdt als wethouder of als gewezen of gepensioneerde
wethouder, die de leeftijd van eenentwintig jaren nog niet hebben bereikt en niet gehuwd zijn of
gehuwd geweest zijn dan wel niet partij zijn of partij zijn geweest bij een aanmelding, mits zij
zijn geboren of geadopteerd voor zijn aftreden is ingegaan of in de periode waarin hij recht heeft
op uitkering ter zake van het aftreden.
b de kinderen ten opzichte van welke aan een mannelijke wethouder, gewezen of
gepensioneerde wethouder ten tijde van zijn overlijden een onderhoudsplicht krachtens artikel 394
van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek was opgelegd, dan wel door hem bij authentieke akte een
dergelijke verplichting was erkend, onder dezelfde voorwaarden als genoemd in onderdeel a, en
c de kinderen voor welke de wethouder, gewezen of gepensioneerde wethouder ten
tijde van zijn overlijden de pleegouderlijke zorg droeg, onder dezelfde voorwaarden als genoemd
in onderdeel a, met dien verstande dat in plaats van het tijdstip van geboorte of adoptie het
tijdstip van aanvang van de pleegouderlijke zorg in aanmerking wordt genomen.
2 Artikel 23, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van het
gestelde onder a van het eerste lid.
3 Onder pleegouderlijke zorg bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt verstaan de zorg voor
het onderhoud en de opvoeding van het kind, als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige
verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor.
Tijdelijk pensioen
Artikel 27
1 Indien een wethouder of een gewezen dan wel een gepensioneerde wethouder naar het
oordeel van burgemeester en wethouders is vermist, hebben degenen, die aan zijn overlijden op
grond van de voorgaande artikelen van deze paragraaf recht op pensioen zouden ontlenen, recht
op tijdelijk pensioen op dezelfde voorwaarden als in die artikelen ten aanzien van het recht op
pensioen omschreven.
2 Het tijdelijk pensioen gaat van rechtswege over in een pensioen zodra het overlijden van
de vermiste vaststaat.
17