Herberekening wezenpensioen Artikel 34 1 Het wezenpensioen wordt herberekend overeenkomstig de artikelen 32 en 33, wanneer het nabestaandenpensioen of het bijzonder nabestaandenpensioen van de ouder wegens diens overlijden is geeindigd. 2 Wanneer het nabestaandenpensioen van de ouder krachtens artikel 31 wegens hertrouwen dan wel een aanmelding opnieuw wordt vastgesteld, wordt het wezenpensioen bedoeld in artikel 32, eerste lid, onder a, verhoogd met een bedrag dat zich verhoudt tot het bedrag van dat wezenpensioen, zoals het verschil tussen het nabestaandenpensioen bedoeld in artikel 28 voor en na de toepassing van artikel 31 zich verhoudt tot dat nabestaandenpensioen voor die toepassing. 3 Voor de toepassing van dit artikel is artikel 32, tweede lid van overeenkomstige toepassing. Beperking gezamenlijk bedrag nabestaanden- en wezenpensioen Artikel 35 1 De gedeelten van de nabestaanden, bijzondere nabestaanden- en wezenpensioenen, onderscheidenlijk van de wezenpensioenen, bedoeld in de artikelen 28, 30, 31 en 32, gaan tezamen het bedrag waarvan die pensioenen zijn afgeleid niet te boven. 2 Indien wegens toepassing van het vorige lid de daarbedoelde pensioengedeelten een vermindering moeten ondergaan, geschiedt deze in evenredigheid van de onderscheidene bedragen. Toeslag op nabestaandenpensioen Artikel 36 1 De nabestaande die de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt, heeft tot de eerste dag van de maand waarin hij die leeftijd bereikt recht op een toeslag op zijn volgens de voorgaande artikelen berekende pensioen ten bedrag van 15 percent van dat pensioen, behoudens het bepaalde in het tweede en vierde lid. 2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder een pensioen als daar bedoeld verstaan het pensioen nadat eventueel hoofdstuk V toepassing heeft gevonden. 3 Dit artikel is niet van toepassing ten aanzien van degene die recht heeft op bijzonder nabestaandenpensioen, noch ten aanzien van degene wiens nabestaandenpensioen wegens hertrouwen dan wel een aanmelding opnieuw is vastgesteld. 4 De in het eerste lid bedoelde toeslag bedraagt ten hoogste vijftien percent van 55.195,-2. Dit bedrag wordt telkens aangepast bij de algemene maatregel van bestuur bedoeld in artikel 157 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers, overeenkomstig de aanpassing van een bedrag dat op 1 januari 1985 63.200,-- bedroeg. 2 Bedrag geldende op 1 januari 1985. 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1997 | | pagina 57