5 Per 1 januari 1995:
vervalt van artikel 3 het tweede en derde lid en wordt het vierde lid vemummerd;
vervallen van artikel 4 het derde, vierde en vijfde lid en worden de leden zes en zeven van artikel
4 vemummerd;
worden artikel 5, lid 9 en artikel 7 onder d gewijzigd en vervalt het vierde lid van artikel 72
onder vemummering van lid 5.
6 Artikel 28, derde lid vervalt met temgwerkende kracht tot 1 mei 1994. De vemummering
van de leden vier en vijf werkt temg tot dezelfde datum.
(Overgangsbepaling bij de negende wijziging)
Artikel 100
1 Artikel 29a, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van de inwerkingtreding
van de negende wijziging4, blijft van toepassing op een nabestaandenpensioen waarop recht is
ontstaan voor dat tijdstip.
2 De bepalingen van deze verordening met betrekking tot het recht op wezenpensioen, zoals
die bepalingen luidden op de dag voor het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening,
blijven van toepassing op een wezenpensioen waarop recht is ontstaan voor dat tijdstip.
(Overgangsbepaling bij de negende wijziging)
Artikel 101
Ten aanzien van een aanmelding als bedoeld in artikel 12a, die wordt gedaan voor het tijdstip van
inwerkingtreding van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens5, wordt de man
of vrouw met wie degene die de aanmelding deed op hetzelfde woonadres in het persoonsregister
is opgenomen, gelijk gesteld met de man of vrouw die als ingezetene met hetzelfde woonadres
in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is ingeschreven als bedoeld in het
evengenoemde artikel 12a.
4 De datum van inwerkingtreding van de negende wijziging is 26 juni 1996.
5 De Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Stb. 1994, 494) is
op 1 oktober 1994 in werking getreden (Koninklijk Besluit Stb. 1994, 70^)
43