Artikel 3 Voorlopiae aanslag
Na de aanvang van het belastingjaar of het kalenderjaar kan aan de
belastingplichtige en voorlopige aanslag worden opgelegd of kan van de
belastingplichtige een voorlopig bedrag worden gevorderd tot ten
hoogste het bedrag waarop de aanslag of het gevorderde bedrag over dat
jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.
Artikel 4 Rente
1. Het percentage van de invorderingsrente volgt het percentage dat op
grond van artikel 29 van de Invorderingswet 1990 voor het betref-
fende kalenderkwartaal voor de rijksbelastingen is vastgesteld.
2. Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vindt de
ministeriele regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet
1990 overeenkomstige toepassing.
Artikel 5 Gelding voor gemeentel i.ike belastingen
Met betrekking tot:
a. de onroerende-zaakbelastingen vinden de artikelen 2, eerste lid, en
4 toepassing;
b. de forensenbelasting vinden de artikelen 2, eerste lid, 3 en 4
toepassing;
c. de hondenbelasting vinden de artikelen 2 en 4 toepassing;
d. de rioolrechten vinden de artikelen 2, eerste lid, 3 en 4 toepas
sing;
e. de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten vindt de artikel 4
toepassing;
f. de leges vindt artikelen 4 toepassing.
Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel
1. Deze regeling treedt in werking op het moment dat de Derde tranche
Algemene wet bestuursrecht (Stb. 1996, 333), de Aanpassingswet
derde tranche Awb I (Kamerstukken 25280) en Aanpassingswet derde
tranche Awb II (Kamerstukken 25464) in werking treden of,zo dit
later is, met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
2. Deze regeling wordt aangehaald als: "Regeling gemeentelijke belas
tingen"
Aldus besloten in de vergadering van het college van
burgemeester en wethouders van 3 februari 1998,
de secretaris,
de veorzHter,