Artikel 15
Wiize van heffing
De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege
van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan
worden opgelegd.
Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijds-
gelang voor de iaarliiks verschuldigde rechten
1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij
het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvraag van de
belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aan-vangt zijn de
rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar
verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht,
nog voile kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat
aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar
verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht,
nog voile kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing
minder bedraagt dan 20,--.
4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige
binnen de gemeente verhuist.
5. Belastingbedragen van minder dan 20,-- worden niet geheven.
Artikel 17 Termiin van betaling
De aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste
vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening
van de aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens twee
maanden later.
HOOFDSTUK IV ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 18 Nadere regels door het college van burgemeester en wethou-
ders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking
tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en de reinigingsheffing.
Artikel 19 Inwerkingtreding en citeertitel
1. De "Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en
reinigingsheffmgen 1998" van 27 november 1997, wordt ingetrokken met
ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met
dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich
voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van
bekendmaking.