2. Ingeval geen heffmgsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is vastge-
steld, wordt de belasting berekend naar de waarde.
3. De vaststelling van de waarde geschiedt overeenkomstig de regels voor de in
de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet bedoelde belastingen.
Artikel 4 Belastingtarief
De belasting bedraagt bij een waarde van minder dan
20.000,-- 365,-
en
bij een waarde van 20.000,— en daarboven bedraagt de
belasting 365,—
vermeerderd met 3,6 promille
van het bedrag waarmee de waarde 20.000 te boven gaat.
Artikel 5 Belastingiaar
Het belastingj aar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 6 Wiize van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 7 Termijnen van betaling
De aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste
termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de
dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen
telkens twee maanden later.
Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethou-
ders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking
tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.
Artikel 9 Kwiitschelding van belasting
Bij de invordering van de forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel
1. De "Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting
1998" van 27 november 1997, wordt ingetrokken met ingang van de in het
derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat
zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum
hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van
bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 april 1998.
9