Artikel 39 van de Algemene bijstandswet geeft de gemeenten de bevoegdheid (niet de
verplichting) om bijzondere bijstand categoriaal te verstrekken. Deze mogelijkheid komt
naast de mogelijkheid om op grond van individuele toetsing bijzondere bijstand te
verstrekken.
Categoriale bijzondere bijstand kan worden verleend voor uit bijzondere omstandigheden
voortvloeiende noodzakelijke kosten, die naar het oordeel van burgemeester en wethouders
niet uit de normuitkering of uit de aanwezige draagkracht kunnen worden bestreden.
De categoriale toepassing heeft derhalve alleen betrekking op de aanname van de noodzaak
van kosten voor groepen personen.
Voorzover de gegevens niet bekend zijn (van bestaande klanten) blijft het toetsen van de
middelen en de draagkracht een individuele aangelegenheid.
De voordelen van het toepassen van de mogelijkheid om categoriale bijstand te verlenen
zijn:
efficiente uitvoering
mogelijkheid tot het voeren van een samenhangend beleid, gericht op het bestrijden
van gemeenschappelijke problemen binnen een doelgroep
geen individuele beoordeling van de noodzaak en de hoogte van de kosten.
Deze voordelen zijn eveneens te behalen indien de tegemoetkomingen worden verstrekt op
basis van een minimabeleid, dus niet als categoriale verstrekking van bijzondere bijstand.
Naar ons oordeel geeft deze optie een betere mogelijkheid om onze voomemens te
realiseren en dan in het bijzonder gelet op de mogelijkheid om overschotten en tekorten te
egaliseren via het sociaal fonds.
Nadere uitwerking van het minimabeleid.
Thans wordt voorgesteld vast te stellen:
een regeling voor een bijdrage in de kosten van vervanging duurzame gebruiksgoe-
deren.
De financiele ruimte.
Het kabinet stelt met ingang van 1998 structureel 250 miljoen extra ter beschikking aan
gemeenten voor bestrijding van armoede en sociale uitsluiting.
Dit is een van de maatregelen uit de nota: "de andere kant van Nederland: voortgangs-
nota".
De extra 250 miljoen wordt toegevoegd aan het gemeentefonds en is verdeeld volgens de
maatstaven die sinds de nieuwe Financiele-verhoudingswet gelden voor de bijzondere
bijstand.
Hoewel de middelen uit het gemeentefonds in beginsel vrij besteedbaar zijn, is in het
bestuurlijk overleg met de V.N.G. op 2 juni 1997 afgesproken de extra middelen in te
zetten voor inkomensondersteuning en het bevorderen van de overgang van uitkering naar
werken.
Deze afspraak is gemaakt vanwege het belang dat rijk en gemeenten hechten aan armoede-
bestrijding.