GEMEENTE
LEEUWARDERADEEL
9
Agendapunt 9
Voorstelnr.: 98/37
Stiens, 3 maart 1998.
Onderwerp:
Lokale lastenvermindering.
Aan
de gemeenteraad
De rijksregelgeving omtrent de lokale lastenvermindering (de Zalmsnip) is nu compleet.
Deze regelgeving houdt het volgende in.
Gemeenten zijn in 1998 en in 1999 verplicht de lokale lastenvermindering uit te voeren.
Bij de methodiek hebben gemeenten de keuze om de belastingvermindering te koppelen
aan drie heffingen nl. de onroerende zaakbelastingen (gebruikersgedeelte), de reinigings-
heffingen en het rioolrecht.
Gelet op het bovenstaande hebben gemeenten de keus via welke belasting zij de verminde-
ring van de 100,-- vormgeven. Gelet op onze automatiseringsprogrammatuur is voor
onze gemeente de enige reele optie verrekening middels een vermindering op het gebrui
kersgedeelte van de onroerende zaakbelastingen.
Door de vermindering te koppelen aan de ozb wordt ook het grootste aantal huishoudens
bereikt. Het enige nadeel dat tegen deze koppeling pleit is dat ook gebruikers van
recreatiewoningen 100,-- vermindering krijgen, terwijl zij in hun feitelijke woongemeen-
te de korting ook krijgen. Dit is echter inherent aan de door het Kabinet bepaalde regeling.
In onze gemeente gaat het hierbij om ca. 10 gevallen (overigens geldt dit nadeel ook bij
koppeling aan de afvalstoffenheffing en bij koppeling aan de rioolrechten als de desbetref-
fende woning op het riool is aangesloten).
Degenen die niet belastingplichtig voor de ozb zijn, bijv. bewoners van de bejaardentehui-
zen, vallen strikt genomen met onder de verplichte vermindering. Het Kabinet vindt het
wenselijk dat alle huishoudens een koopkrachtvoordeel genieten. Het begrip huishouden is
in de regelgeving van het Rijk niet duidelijk omschreven. Dit bemoeilijkt de uitvoering
van deze Kabinetswens. Zodoende is aansluiting gezocht op de wijze waarop het Rijk de
financiele middelen beschikbaar stelt. Deze rijksuitkering is gebaseerd op het begrip
woonruimte.
1