spelen bij een groot aantal belangstellenden een belangrijke rol. Omwonenden van het Waling Dijkstra Park (bijlage 7). Belangrijk punt van aandacht voor de direct omwonenden is de (on)mogelijkheid van eventuele tuinuitbreiding aan de achterzijde en de privacy. Aangegeven is dat, indien het ontwerp dit toelaat, tuinuitbreiding bespreekbaar is. Overigens bleek uit deze informatie-bijeenkomst dat, het merendeel van de omwonenden geen overwe- gende bezwaren heeft tegen het ontwikkelen van de appartementen. Naar aanleiding van deze informatie-bijeenkomst is een lijst van op- en aanmerking opgesteld. Deze is als bijlage 8 toegevoegd. Vrouwen Advies Commissie. Het standpunt van de V.A.C. is weergegeven in het verslag van de werkgroep Ouderenhuisvesting (bijlage 5). De V.A.C. spreekt een voorkeur uit voor het plan van G. Daan. Overigens vindt ook de V.A.C. het wenselijk om enkele aanpassingen in dit ontwerp aan te brengen. 4. Conclusie naar aanleiding van vorenstaande Het is niet eenvoudig om naar aanleiding van het bovenstaande een eenduidige conclusie te formuleren. Enerzijds is er de wens om een bouwplan te realiseren dat in ruimtelijke zin goed past bij het openbare karakter van het park en zijn omgeving. In die zin heeft het ontwerp van G. Daan de meeste kwaliteit. Anderzijds blijkt uit de readies de wens om rekening te houden met het aspect "beschermd wonen". Vanuit deze optiek biedt het project van A.E.G. het meeste perspectief. Niet onbelangrijk is het standpunt van de bouwcombinatie "Waling Dijkstra Park" in verband met de (financiele) haalbaarheid. Door de bouwcombinatie is aangegeven dat het plan van G. Daan de beste mogelijkheden biedt, mits er op onderdelen aanpassingen plaatsvinden. Belangrijk bij de ontwildceling van een woningbouwcomplex op deze locatie is altijd het Waling Dijkstra park geweest. Er is vanaf het begin de opdracht meegegeven om een plan te ontwikkelen dat het park zoveel mogelijk in zijn waarde laat en het openbaar karakter ervan behoudt. Uiteindelijk is ervoor gekozen om, zij het beperkt, een deel van het park voor planontwikkeling te benutten. Vanuit deze belangrijke eis kan worden geconcludeerd dat het plan van G. Daan het beste voldoet. De bouw van een complex met 3 bouwlagen aan de parkzijde is naar ons idee heel acceptabel, temeer daar de maximale bouwhoogte van de woonblokken niet meer bedraagt dan 9 m. Het ontwerp van Alynea pleegt een erg grote inbreuk op het park en heeft in steden- bouwkundig opzicht minder kwaliteit. Het ontwerp van A.E.G. is qua rooilijnen vergelijk- baar met het plan van G. Daan maar zal door de gesloten gevelwand en de onrustige uitstraling visueel een te sterke invloed op het park uitoefenen. Vanwege vorenstaande overwegingen hebben wij het standpunt ingenomen om het ontwerp van architectenbureau G. Daan als basis te nemen voor de verdere planuitwerking. Dit standpunt hebben wij vervolgens in november 1997 en in februari 1998 aan de commissie D.O.W. voorgelegd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1998 | | pagina 56