if
Project Alvnea.
Duidelijk is dat dit plan door twee verschillende gebieden wordt begrensd. De zijde
van het park geeft een groene en natuurlijke begrenzing terwijl de zijde van de
Wythusterwei door het verkeer en de bebouwing een meer stedelijke begrenzing
geeft. Het ontwerp van Alinea is op beide zijden georienteerd. In het ontwerp komen
de verschillende begrenzingen niet tot uitdrukking. Het ontwerp van Alynea reageert
op beide zijden met een zo goed als identieke oplossing.
Het is belangrijk om bij het toepassen van losse bouwblokken de juiste situering ten
opzichte van de omgeving en van elkaar te creeren. Met de vier hoge blokken is dit
goed gelukt. Er is voldoende ruimte tussen de blokken onderling in acht genomen,
waardoor een goede overgang naar park tot stand komt.
De twee lage blokken zijn te dicht aan de Wythusterwei geplaatst en staan te dicht
bij de parkvilla's. Daardoor komen de blokken "dik" over en wordt het beeld van de
Wythusterwei te sterk verstoord.
Op de plek waar de lage - en hoge bouwblokken aan elkaar grenzen ontstaat in
combinatie met de liftkokers en de korte afstand ten opzichte van elkaar dichtlopend
beeld. Geen goede oplossing voor een stedenbouwkundige beeindiging op deze
plek.
Het binnenterrein hinkt op twee gedachten. Door de speelse en gebogen vormen is
niet duidelijk of er een plein dan wel een groene laan ontstaat. Het binnenterrein
wordt sterk en niet positief bei'nvloed door de geslotenheid van de bouwblokken en
de hoge liftkokers. Het trafo-station wordt op een eenvoudige wijze met een haag en
bomen "ingepakt". Van integratie is geen sprake. Aan de functie van de haag die
een verbindend element tussen de woonblokken en het groen van het park moet
vormen wordt getwijfeld.
Het plan geeft een onduidelijk antwoord op de vraag waar de grens van prive -
openbaar gebied ligt. Deze grens kan worden versterkt door de bouwblokken ten
opzichte van het maaiveld iets te verhogen waardoor het terras als prive-terrein
duidelijk herkenbaar wordt.
De uitstraling van de afzonderlijke blokken en hun materialisatie richting het park
komt door de gevelindeling robuust over. Een dergelijke robuustheid past niet goed
bij het kleinschalig en vriendelijk karakter van het park.
Doordat het plan vrij ver het park in gaat kan op sommige plaatsen een conflict
ontstaat tussen de privacy van de toekomstige bewoners en de parkbezoekers.
Het plan biedt met name in stedenbouwkundig opzicht te weinig kwaliteit en is teveel
gericht op kwantiteit. Hierdoor zijn teveel concessies aan de ruimtelijke kwaliteit
gedaan. De claim die gelegd wordt op het park staat niet in verhouding met de
kwaliteit van het plan.