- uitkeringsgerechtigden
- de te onderzoeken gegevens
- de te hanteren termijnen
b. de onderscheiden termijnen
c. de groepskenmerken en de omvang van categorieen uitkeringsgerechtig
den
d. de wijze van uitvoering van het heronderzoek
In het heronderzoeksplan zal onderscheid gemaakt worden in:
- rechtmatigheidsonderzoek: onderzoek dat is gericht op de juiste omvang van
de aanspraak in relatie tot woon- en leefsituatie, inkomen en vermogen;
- activeringsonderzoek: onderzoek dat is gericht op de benutting van de
mogelijkheden tot arbeidsinschakeling.
Voor het jaar 1 999 wordt een afwijkend heronderzoeksplan ingediend bij het
ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
criteria heronderzoeksplan
24. Het plan onderscheidt de uitkeringsgerechtigden niet naar het risico van
misbruik, wel naar de kans op uitstroom. Ook bijstandstechnische redenen
kunnen bepalend zijn voor de frequentie.
risico misbruik geen maatstaf
Het frauderisico is geen algemene maatstaf voor het plannen van het
heronderzoek.
Uit onderzoek blijkt dat de samenstelling van de groep frauderende bij-
standsontvangers zeer divers is.
Fraudeurs hebben zeer verschillende achtergronden en onderscheiden zich
niet van uitkeringsgerechtigden die niet frauderen. Fraude is niet recht-
streeks in verband te brengen met objectieve kenmerken als leeftijd of
opleiding.
de kans op uitstroom
De kans om op eigen kracht een plaats op de arbeidsmarkt te krijgen is
ondermeer afhankelijk van de duur van de werkloosheid, de leeftijd en het
opleidingsniveau. Naarmate de werkloosheid langer duurt, de leeftijd hoger
en het scholingsniveau lager is nemen de kansen op uitstroom via de
arbeidsmarkt af.
Het is dan ook van belang om de frequentie van het heronderzoek, waarin
ook de houding tegenover arbeidsinschakeling wordt getoetst, te laten
afhangen van de positie van de uitkeringsgerechtigde op de arbeidsmarkt.
Hoe groter de kans, hoe intensiever het toezicht op de activiteiten van de