vijf jaren niet overschrijden. In het onderdeel "nieuwe ontwikkelingen in het beleidsplan" (4.) is al aangege- ven dat er een mogelijkheid is om het debiteurenbestand "op te schonen". Tevens is het op basis van de regelgeving ter zake mogelijk een beleid te voeren wat betreft het afboeken van saldi nadat gedurende een aantal jaren regelmatig is afgelost op de schuld. Daarbij moet echter wel onderscheid worden gemaakt tussen debiteuren met een schuld vanwege fraude en een schuld die op andere wijze is ontstaan. Er zal naar worden gestreeft om in de loop van 1 999 beleidsregels ter zake op te stellen. Wat betreft de mogelijkheid tot opschoning van het bestand wordt opgemerkt dat een dergelijke actie gepaard dient te gaan met een aan het ministerie voor te leggen verbeterplan. Een dergelijk plan zal worden opgesteld. 3.2.3. detectie/opsporinq inleiding 28. In het voorafgaande is aangegeven dat een adequaat handhavingsbeleid vooral gericht behoort te zijn op het voorkomen van onrechtmatig gebruik. In deze paragraaf wordt aandacht aan het meer repressieve aspect van handhaving gegeven. Ter sprake komen: - gegevensuitwisseling met belastingdienst - behandeling van (anonieme) tips - werkplekcontroles - bijzonder onderzoek/sociale recherche - prioriteiten gegevensuitwisseling belastingsignalen 29. Van de belastingdienst wordt telkens een jaar achteraf een opgave ontvangen van clienten, die naast de uitkering ook andere inkomsten hebben ontvangen. Nagetrokken wordt, of deze bij de fiscus gemelde inkomsten ook bij de vast- stelling van de uitkering bekend waren. Elke jaar neemt het aantal signalen toe en het aantal gevallen waarin fraude wordt vastgesteld af. Daaruit kan worden afgeleid dat bekendheid met deze gegevensuitwisseling bij het publiek leidt tot juiste informatieverstrekking. behandeling (anonieme) tips 30. Signalen over fraude kunnen afkomstig zijn vanuit de eigen organisatie -als regel de medewerker sociale dienstverlening- of van buiten de organisatie. De laatste meldingen kunnen weer worden onderscheiden in die van andere uitvoeringsorganen en die van particulieren. Burgers maken zich bij meldingen niet altijd bekend. In principe wordt van

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1998 | | pagina 146