betrokken werkloze. Een overzicht van de betekenis van de diverse fases alsmede van de verantwoordelijkheid is in onderstaande tabel opgenomen. Afstand tot arbeidsmarkt Fase Verantwoordelijke instantie volgens convenant bemiddelbaar zonder bemiddelings plan 1 RBA bemiddelbaar na enkelvoudig bemiddelingsplan 2 RBA/gemeente bemiddelbaar na meervoudig bemiddelingsplan 3 RBA/gemeente vooralsnog niet bemiddelbaar 4 gemeente De indeling van het gemeenschappelijke clientenbestand in fase van dienstver- lening is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente en RBA. De fasering Zal vanaf 1 januari 1999 plaatsvinden door de zogenaamde "kansme- ter". Dit is een instrument dat op grond van de "Samenwerkingsregeling SWI" is ontwikkeld door Arbeidsvoorziening, Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) en VNG, samen met het procesmanagement SWI van het ministerie van SZW. Ten behoeve van clienten in fase 2 en 3 stelt RBA Friesland een aantal gratis bemiddelingsplannen beschikbaar. Elk jaar wordt het aantal bemiddelingsplan- nen per gemeente bepaald. In bemiddelingsplannen staat beschreven welke vormen van aanbodversterking worden toegepast. Het RBA voert de bemidde lingsplannen uit en bemiddelt naar werk. De gemeenten stellen vast welke van de gezamenlijk gei'ndiceerde clienten hiervoor in aanmerking komen. Het karakter van een bemiddelingsplan voor fase 2 is kort enkelvoudig, dat voor fase 3 lang en meervoudig. In het convenant is ook beschreven dat tussen gemeente en Arbeidsvoorziening uitwisseling van relevante informatie plaats- vindt. Voor meer informatie over de huidige samenwerking wordt verwezen naar de huidige samenwerkingsovereenkomst. De samenwerking van de laatste jaren heeft duidelijk gemaakt dat het conve nant op regelmatig bijgesteld dient te worden. Hiertoe wordt jaarlijks overleg gevoerd met Arbeidsvoorziening. Gemeenten nemen deel aan het tri-partite bestuur van Arbvo. Die bestuurlijke mede-verantwoordelijkheid neemt niet weg dat gemeenten en Arbvo zich ook

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1998 | | pagina 155