Indien het desbetreffende lid hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem
gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onder-
werp het woord ontzeggen.
3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te
bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt ver-
stoord - de vergadering sluiten.
Artikel 23 Beraadslaging
1. De voorzitter kan voorstellen over een of meer onderdelen van een voorstel
afzonderlijk te beraadslagen.
2. Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad
besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde
burgemeester en wethouders of de leden de gelegenheid te geven tot onderling
nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode
verstreken is.
Artikel 24 Stemverklaring
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder
lid het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.
Artikel 25 Beslissing
Na de beraadslaging en beslissing over de eventuele amendementen wordt over het
voorstel in zijn geheel, zoals het dan luidt, een eindbeslissing genomen.
Paragraaf 3 PROCEDURES BIJ STEMMINGEN
Artikel 26 Stemming over zaken
1Nadat de beraadslaging is gesloten of indien niemand het woord verlangt, brengt de
voorzitter het voorstel tot besluitvorming.
2. De voorzitter vraagt, of stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt
gevraagd en ook de voorzitter dit niet verlangt, stelt de voorzitter vast dat het
voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen.
3. In de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening in de besluitenlijst vragen,
dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of zich van stemming te
hebben onthouden.
4. Indien door een of meer leden stemming wordt gevraagd, doet de voorzitter
daarvan mededeling.
5. De voorzitter (of de secretaris) roept de leden bij naam op hun stem uit te brengen,
beginnende bij het lid dat daarvoor overeenkomstig artikel 15 is aangewezen.
Vervolgens geschiedt de oproeping naar de volgorde van de presentielijst.
6. Bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van
deelneming aan de stemming moet onthouden verplicht zijn stem uit te brengen.
8