Artikel 27
Stemming over amendementen en moties
Voor meer informatie omtrent een amendement of een mo tie (betekenis, indiening
e.d.) wordt verwezen naar de artikelen 1, 31 en 32 van dit reglement. Voor alle
duidelijkheid wordt hier een verschil in procedure aangegeven tussen een motie en
een amendement. Een amendement komt in stemming voorafgaande aan de stemming
over het voorstel van burgemeester en wethouders. Een motie strekt niet tot wijziging
van een voorgesteld besluit; over een motie wordt een apart besluit genomen, nadat
de besluitvorming over het aanhangige voorstel is afgerond. Bij een motie over een
afzonderlijk onderwerp geldt dit uiteraard niet en is het vierde lid van toepassing.
Artikel 28 Stemming over personen
De Gemeentewet geeft aan, dat over benoemingen (niet ontslag) van personen of het
opstellen van een voordracht of aanbeveling schriftelijk moet worden gestemd (artikel
31 van de Gemeentewet). Een voordracht is voor de raad bindend; de raad heeft
slechts keus tussen degenen die op de voordracht zijn vermeld. Een aanbeveling is
een voorstel waarvan de raad mag afwijken. Wanneer er veel benoemingen te doen
zijn (bijvoorbeeld aan het begin van een nieuwe zittingsperiode) zou een gecombi-
neerd stembiljet kunnen worden ontworpen. In het zesde lid wordt aangesloten bij het
bepaalde in artikel 30 Gemeentewet. Wat onder een (niet-)behoorlijk ingevuld
stembriefje moet worden verstaan is in de wet niet geregeld en daarom wel in dit
reglement.
Artikel 29 Herstemming over personen
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 30 Beslissing door het lot
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Hoofdstuk IV Rechten van leden
Artikel 31 Amendementen
Leden van de raad kunnen aan de raad wijzigingen op het voorstel van burgemeester
en wethouders voorstellen, de zogenaamde amendementen. Wanneer een amendement
is ingediend, kan dit voor een ander raadslid aanleiding zijn, op dit amendement nog
weer een wijziging voor te stellen, het sub-amendement. Een (sub-)amendement kan
ingediend worden op een voorgesteld besluit, dat aanhangig is. De beraadslaging over
het (sub-)amendement vindt plaats in ten hoogste twee termijnen. Indien (in uitzon-
derlijke situaties) een ingediend amendement verdere beraadslaging noodzakelijk
maakt, kan de raad besluiten tot een derde termijn (artikel 21). Het in lid 4 gegeven
vereiste van mede-ondertekening van een (sub-)amendement door ten minste twee (of
meer) andere raadsleden is ingegeven door de praktische wens geen procedures te
moeten volgen voor voorstellen, die zichtbaar niet tot resultaat zullen leiden.
20