Nr. 98/132a
De raad van de gemeente Leeuwarderadeel;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 december 1998;
gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de:
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN
ONROERENDE-Z AAKBEL ASTIN GEN 1999.
Artikel 1 Belastingplicht
1Onder de naam "onroerende-zaakbelastingen" worden ter zake van binnen de
gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven:
a. een gebruikersbelasting van degene die - naar de omstandigheden beoor-
deeld - bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak al dan niet
krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;
b. een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van
een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt
recht.
2. Met betrekking tot de gebruikersbelasting wordt:
a. gebruik door de leden van een huishouden aangemerkt als gebruik door een
door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoel-
de gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden;
b. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is
gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft
gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven is bevoegd de belas-
ting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gege
ven;
1