Artikel 6 Wiize van heffing
De belastingen worden bij wege van aanslag geheven.
Artikel 7 Termiinen van betaling
1De aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste
termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de
dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen
telkens twee maanden later.
2. Voor de toepassing van het bepaalde in artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de
Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake
een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.
Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot
W de heffing en de invordering van de onroerende-zaakbelastingen.
Artikel 9 Inwerkingtreding en citeerartikel
1De Verordening op de heffing ^n de invordering van onroerende-zaakbelastingen
1998" van 26 februari 1998, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid
genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toe
passing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de
bekendmaking.
Zij is met betrekking tot de invordering tevens van toepassing op alle aanslagen in
verband met belastbare feiten die zich voor 1 januari 1992 hebben voorgedaan,
alsmede op alle aanslagen waarvan de invordering door de rijksbelastingdienst op
de voet van de Uitvoeringsregeling overdracht taken onroerend-goedbelastingen
aan de gemeente is overgedragen.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 1999.
4. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening onroerende-zaakbelastingen
1999".
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Leeuwarderadeel
in zijn openbare vergadering van 17 december 1998,
de secretaris, de voorzitter,
(J.j)j ingma)
(Mevr. W.Chr. Vroegindeweij)
4