Artikel 3 Vriistellingen
Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waameming van een openbare betrek-
king of ter bijwoning van vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar
lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de
overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
1De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-
zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel
uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld.
2. Ingeval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is vastge
steld, wordt de belasting berekend naar de waarde.
3. De vaststelling van de waarde geschiedt overeenkomstig de regels voor de in de
artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet bedoelde belastingen.
Artikel 5 Belastingtarief
1De belasting bedraagt bij een waarde van minder dan 20.000,-- 374,--
en
bij een waarde van 20.000,— en daarboven bedraagt de
belasting f 374,--
vermeerderd met 3,66 promil-
le
van het bedrag waarmee de waarde 20.000 te boven gaat.
2. Het bedrag van de belasting verkregen op basis van het gestelde in het eerste lid
wordt per belastingaanslag afgerond op hele guldens.
Artikel 6 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8 Termiinen van betaling
De aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste termijn
vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van
het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens twee maanden
later.
Artikel 9 Nadere regels door het college van hurgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot
de heffing en de invordering van de forensenbelasting.
2