f/ Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tiidseelang 1De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog voile kalendermaanden overblijven. 3Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog voile kalendermaanden overblijven, tenzij het blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan 20,--. 4. Belastingbedragen van minder dan 20,worden niet opgelegd. 5. Voor de toepassing van het bepaalde in het vierde lid wordt het totaal van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen hondenbelasting of andere belastingen en heffingen aangemerkt als een belastingaanslag. Artikel 9 Termiinen van betaling De aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen steeds twee maanden later. Artikel 10 Kwiitschelding van belasting Bij de invordering van de hondenbelasting kan alleen voor de eerste hond kwijtschel- ding worden verleend. Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel 1De "Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 1998" van 26 februari 1998, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepas sing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1998 | | pagina 81