Artikel 13 Belastingjaar
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan
het kalenderjaar.
Artikel 14 Kwiitschelding van belasting
Bij de invordering van de reinigingsheffmgen wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 15 Wijze van heffing
De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van
aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden
opgelegd.
Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tiidsgelang voor de
jaarliiks verschuldigde rechten
1De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het
begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvraag van de belasting-
plicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aan-vangt zijn de
rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar
verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht,
nog voile kalendermaanden overblijven.
3Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aan-
spraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar
verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog
voile kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder
bedraagt dan 20,
4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige
binnen de gemeente verhuist.
5. Belastingbedragen van minder dan 20,worden niet geheven.
6. Voor de toepassing van het bepaalde in het vijfde lid wordt het totaal van de op
een aanslag verenigde reinigingsrechten of andere heffmgen en belastingen
aangemerkt als een aanslag.
Artikel 17 Termiin van betaling
De aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt
op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de
aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens twee maanden later.