i. college college van burgemeester en wethouders;
j. melding melding als bedoeld in artikel 5.2, derde lid, aanhef en onder a,
van de wet;
k. instemmingsbesluit besluit van het college als bedoeld in artikel 5.2, derde lid,
aanhef en onder b, van de wet.
Artikel 2 Tijdstip van melding van voorgenomen werkzaamheden
Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt in ieder geval acht weken voor de
aanvang van de werkzaamheden het voornemen daartoe bij het college.
Artikel 3 Melding werkzaamheden
1Voor de melding maakt de aanbieder gebruik van een daartoe door het college vastgesteld
formulier.
2. Bij de melding verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:
a. de door de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit afgegeven registratie;
b. een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel;
c. naam, adres en telefoonnummer van degene die de kabel in eigendom heeft, degene die
de kabel beheert en degene die de kabel exploiteert;
d. een opgave van de soort kabel en het beoogde gebruik;
e. welke belanghebbenden en instanties vooraf in kennis worden gesteld van de
voorgenomen datum van aanvang, beeindiging en de aard van de werkzaamheden;
f. een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:
een opgave van het gewenste trace;
een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst,
alsmede van de situering daarvan;
een omschrijving van eventuele opbrekingen;
- de doorsnede van de kabel of kabelgoot;
- de lengte en breedte van de kabelsleuf;
- de maatregelen voor de bereikbaarheid van in de openbare gronden aanwezige
kabels en leidingen;
- het voorgenomen tijdstip van aanvang en beeindiging van de werkzaamheden;
- naam, adres en telefoonnummer van de aannemer(s) of onderaannemer(s) die
belast is (zijn) met de werkzaamheden en van een contactpersoon ten tijde van de
uitvoering van de werkzaamheden.
3. Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere
gedoogplichtige dan de gemeente, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding,
als genoemd in het eerste lid, het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten
van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.
4. Het college kan nadere regels stellen inzake de gegevens die bij de melding worden
verstrekt.