7. Op 11 juni 1999 werden alle ingebrachte wijzigingsvoorstellen behandeld in het Fries Milieu Overleg (FMO). Op dat moment is de definitieve tekst van de overeenkomst vastgesteld. Globale betekenis van de overeenkomst: De bestuursovereenkomst geeft een meer dwingend karakter aan de Handhavingssamenwer- king zoals deze ook thans (in onze regio) al bestaat. In feite bekrachtigt de overeenkomst een aantal al eerder gemaakte afspraken over de wijze waarop de handhaving van de milieuwetge- ving plaatsvindt. Met name geldt dit voor het zogenaamde "driestappen-model" bij de handhaving, waarbij een eerste bezoek aan een bedrijf bij geconstateerde gebreken wordt gevolgd door een (aangekondigde) tweede controle en (indien noodzakelijk) een derde controle waarbij dan de politie aanwezig is om zo nodig een proces verbaal op te maken. Ook wordt grote betekenis gegeven aan gezamenlijke uitvoeringsprogrammering. Fliermee geeft de overeenkomst invulling aan het gezamenlijk optreden naar buiten toe. Afspraken die hierover worden gemaakt zullen moeten worden nagekomen. Afwijkingen zijn wel mogelijk maar moeten worden gemotiveerd en met de andere betrokken partijen bespro- ken. Begeleiding van dergelijke processen gebeurt via het CIP (het Coordinatie- en informatiepunt) bij de regio. Ook dit is een al bestaande situatie. In feite betekent dit dat alle probleemgevallen aan het CIP gemeld worden en dat de voort- gangsbewaking via dit punt zal lopen. Aan het oplossen van geschillen wordt eveneens in de overeenkomst aandacht besteed. Dit gebeurt volgens een traject van direct overleg met andere betrokken partijen, via zo nodig tussenkomst van de provincie naar (indien onvermijdelijk) voorlegging aan het FMO. De Provincie is ten aanzien van de uitvoering van de overeenkomst de regie-rol toebe- deeld. Zij moet hierover jaarlijks aan de minister (VROM) rapporteren. Invulling van deze taak zal in de praktijk vorm moeten krijgen. De provincie wil dit vorm geven in nauwe samenwerking met alle andere betrokken partijen. De coordinerende functies van de regionale CIP's zal op termijn worden overgenomen door een nog op te richten Servicepunt Handhaving (Seph). Dit servicepunt zal dan op provinciale schaal opereren. De regie-rol van de Provincie zal met name via dit servicepunt vormgegeven kunnen worden. Voor- en nadelen van de bestuursovereenkomst: Een voor alle betrokken partijen optredend effect zal zijn dat een deel van de huidige beleidsvrijheid wordt ingeleverd. Dit hoeft een positieve houding ten aanzien van de over eenkomst echter niet in de weg te staan. Immers, in de meeste gevallen zal het werken volgens vastgestelde protocollen juist tijdwinst opleveren en naar "derden" toe leiden tot duidelijk- heid. Slechts in probleemgevallen zullen gemeenten soms de wens hebben af te wijken van de gemaakte afspraken. Dit blijft mogelijk, doch zal dan in overleg met andere betrokken partijen moeten worden geregeld. De gewenste afwijking moet worden gemotiveerd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1999 | | pagina 66