Voor een (tijdelijke) verlaging van de tarieven komt alleen de afvalstoffenheffing in aanmerking. Immers bij een verlaging van de rioolrechten worden niet alle huishoudens bereikt terwijl het verlagen van de tarieven van het gebruikersgedeelte van de onroeren- de zaakbelastingen op uitvoeringsproblemen stuit (niet ieder huishouden krijgt 100,-- vermindering) en de relatieve limiet van 25% wordt doorbroken waardoor ook het eigenaarsgedeelte van de onroerende zaakbelastingen moet worden verlaagd. Het Rijk heeft gemeenten wel de mogelijkheid gegeven de beschikbaar gestelde middelen deels aan te wenden voor specifiek minimabeleid. Dit moet dan echter wel een aanvulling zijn op het huidige minimabeleid, immers anders worden de middelen ingezet voor de huidige algemene middelen. Nadeel van de aanwending voor specifiek minimabeleid is dat dit geen structureel beleid kan worden, aangezien het hier nog steeds gaat om tijdelijke maatregelen. Gezien het feit dat: het netto effect van beide maatregelen hetzelfde is; de rijksmaatregelen nog steeds tijdelijk zijn; de automatiseringssoftware is afgestemd op een koppeling aan het gebruikersge deelte van de onroerende zaakbelastingen; de door het Rijk beschikbaar gestelde financiele middelen niet structureel aan het gemeentefonds zijn toegevoegd en dat opnieuw een wijziging in het systeem van de aanslagoplegging voor belas- tingplichtigen onduidelijkheden zal scheppen stellen wij uw raad voor de huidige regeling van koppeling aan de aanslagoplegging van de onroerende zaakbelastingen (gebruikersgedeelte) te continueren voor de jaren 2000 en 2001. Degenen die niet belastingplichtig voor de onroerende zaakbelastingen zijn, bijv. bewoners van de bejaardentehuizen, vallen strikt genomen niet onder de verplichte vermindering. Het Rijk geeft aan dat het wenselijk is dat alle huishoudens een koopkrachtvoordeel genieten. Analoog aan de regeling voor de jaren 1998 en 1999 stellen wij voor de huishoudens van bijzondere woongebouwen en wooneenheden en de huishoudens van woonboten en woonwagens (deze laatsten komen thans niet in onze gemeente voor) ook de 100,-- lokale lastenvermindering toe te kennen. Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel, de secretaris, de burgemeester, J.J. KINGMA MW. W. CHR. VROEGINDEWEIJ

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1999 | | pagina 36