Nota afschrijvings- en activeringsbeleid in Leeuwarderadeel Artikel 37 van de Comptabiliteitsvoorschriften schrijft voor dat op de balans, of in de toelichting op de balans, de onderstaande componenten van de materiele vaste activa afzonderlijk worden opgenomen, te weten: a. gronden en terreinen; b. woonruimten; c. bedrijfsgebouwen; d. grond-, weg- en waterbouwkundige werken; e. vervoermiddelen; f. machines, apparaten en installaties; g. overige materiele vaste activa. Financiele vaste activa Onder financiele vaste activa vallen de onderstaande componenten: a. leningen aan woningbouwcorporaties; b. overige langlopende leningen; c. aandelen in gemeenschappelijke regelingen alsmede deelnemingen; d. effecten. In de gemeentelijke Comptabiliteitsvoorschriften 1995 (CV 1995), artikel 59, zijn voorschriften gegeven omtrent de regels die bij het afschrijven van activa in acht moeten worden genomen. De tekst van dit artikel is: 1De methoden volgens welke de afschrijvingen zijn berekend worden in de toelichting op de balans uiteengezet. 2. Op vaste activa met een beperkte gebruiksduur wordt in beginsel jaarlijks afgeschreven volgens een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur. 3. Voor de als immateriele vaste activa opgenomen kosten van het sluiten van geldleningen en disagio is de afschrijvingsduur maximaal gelijk aan de looptijd van de lening. 4. De overige immateriele vaste activa worden afgeschreven in ten hoogste tien jaar. 5. Van de maximale afschrijvingsduur, genoemd in het vierde lid, mag slechts worden afgeweken indien het materiele vaste activa in eigendom van derden betreft, en het nuttigheidscriterium, bedoeld in het tweede lid, dit rechtvaardigt. Uit dit artikel blijkt derhalve dat: a. de afschrijvingstermijn gerelateerd is aan de gebruiksduur en rekening moet worden gehouden met de duurzame waardevermindering en b. dat voor de immateriele activa, gezien het voorzichtigheidsprincipe, enkele nadere regels zijn gesteld.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2000 | | pagina 44